Woordenschatquiz blok 3 en 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Woordenschat

nieuwsbegrip woordenschat

Hoe is het met je woordenschatniveau gesteld?

leggen/liggen, kennen/kunnen, als/dan, omdat/doordat, mits/tenzij
Dit zijn voorbeelden van:

1. een verhaspeling
2. antoniemen
3. synoniemen
4. tweelingfouten

Het is goed je eerste impuls te beheersen en wat langer na te denken over je reactie.

1. beheersen = bewaren
2. beheersen = activeren
3. beheersen = overdenken
4. beheersen = controleren

De verzekeringsmaatschappij kan nog niets zeggen over de omvang van de
schade.

1. omvang = begin
2. omvang = grootte
3. omvang = impact
4. omvang = resultaat

Deze telefoon is een goed alternatief voor die dure smartphone.

1. alternatief = andere mogelijkheid
2. alternatief = verbeterpunt

Wat past op de puntjes? ...... de veiligheid zijn vrachtwagens uitgerust met dodehoekspiegels of -camera’s.

1. Ondanks
2. Met behulp van
3. Ten behoeve van
4. Te wijten aan

Het woord 'wittechocolademousse' is een voorbeeld van:

1. een afleiding
2. een samenstelling
3. een verhaspeling
4. een homoniem

'grote teennagel' is goed gespeld als:

1. het betekent dat je teennagel groot is
2. het om de nagel van je grote teen gaat

Een ‘slechtnieuwsgesprek’ is een slecht gesprek over nieuws.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het verschil tussen
1 een ‘slechtnieuwsgesprek’ en
2 een ‘slecht nieuwsgesprek’.

1. 1 = een slecht gesprek en 2 = slecht nieuws
2. 1 = slecht nieuws en 2 = slecht gesprek over nieuws

Ging het niet zo goed? 

Maak dan de opdrachten bij blok 3 en 4 en bijspijkeren 'Over Taal' nog een keer