Verbindende Communicatie

Waar heb je behoefte aan op een vrijdagochtend om 8.30h?
1 / 33
next
Slide 1: Slide
COMHoger onderwijs

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Waar heb je behoefte aan op een vrijdagochtend om 8.30h?

Slide 1 - Slide

Tante Annie
  • Dialoog 1:
     verwijderende     communicatie 
  • Dialoog 2: verbindende   communicatie

Slide 2 - Slide

Verbindende communicatie

Gebaseerd op het concept geweldloze communicatie van Marshall Rosenberg 
(1934-2015)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Uitgangspunten
  • alle mensen hebben er plezier aan om goed te doen voor   een ander
  • alle behoeften zijn hetzelfde voor alle mensen (al hoeven ze   niet voor alle mensen even belangrijk te zijn)
       bv. erkenning, contact, respect, …

> ieder is in staat de behoeften van een ander te begrijpen

Slide 6 - Slide

Doel
  • een relatie opbouwen (of behouden) waarbij er wederzijds   respect is
  • en dus NIET vanuit een normatief kader communiceren   (goed/ slecht, juist/fout, …), je gelijk willen krijgen, …
      (= verwijderende communicatie) 
> er is aandacht voor de behoeften van alle betrokkenen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Observatie
Oordeel
ik heb deze tekst al eens eerder gezien

je hebt dit weer snel snel van het internet gepikt

je bent te lui om je eigen evaluatie op te stellen

ik zie dat je mijn examen hebt gebruikt

jullie laten de klas achter als een zwijnenstal

er liggen nog propjes op de banken

ik zie dat jullie veel aan elkaar te vertellen hebben

't is weer vrijdag, jullie kunnen niet meer opletten

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Wat was de observatie van tante Annie?

Slide 12 - Slide

observatie
interpretatie
Je zegt tegen je directie: “Je houdt geen rekening met wat ik zeg.”

Je zegt tegen een collega: “Jij hebt altijd ergens iets op aan te merken.” 
Je zegt tegen een leerling: “Jij hebt altijd ergens iets op aan te merken.”

Je zegt tegen een leerling: “Waarom kijk je me zo minachtend aan?”

Je gromt tegen een administratieve collega: “Je plant me in om drie lesuren studie te voorzien bij die moeilijke klas zonder er met mij over te praten!”

Je zegt tegen een leerling: “Ik merk dat je stiller bent dan anders, is er iets?”

Je zegt tegen een leerling: “Ik hoorde je tegen Skurta een seksistische opmerking maken.”

Je zegt tegen een collega: “Je hebt de brief voor die klasuitstap aan je leerlingen uitgedeeld zonder te vragen of ik ermee akkoord ging. Volgens mij ging je toch eerst met me checken of de brief OK was? …”

Je zegt tegen een collega: “Waarom steun je mijn voorstel niet?”

Je zegt tegen een leerling: “Je stelt me teleur.”

Slide 13 - Drag question

  • bedenk een eigen  voorbeeld  
  • voorbeeld gevonden= stilstaan     bij een ander die stil staat 
  • beschrijf elkaar het voorbeeld 
  • observatie of interpretatie?  
  • interpretatie 
       > hoe omzetten naar observatie? 
  • klaar? > zitten


loop
denk
praat

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat was het gevoel van tante Annie?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

gevoel
pseudo-
gevoel
“Je hebt me ontgoocheld.”

“Ik vind het heel jammer.”

“Ik voel me in de steek gelaten.”

“Ik kan dat niet hebben.”

“Ik vind het frustrerend.”

“Ik voel me genegeerd.”

“Ik ben bezorgd.”

“Dat doet me plezier.”

“Ik heb haatgevoelens naar je.”

“Ik voel me beschaamd.”

“Ik heb het gevoel dat je liegt.”

“Dat maakt me zenuwachtig.”

“Ik voel me gemanipuleerd.”

“Ik durf niet…”

“Ik voel me gepest.”

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat was de behoefte van tante Annie?
Wat is de behoefte in je eigen voorbeeld?

Slide 21 - Slide

Behoeften
  • elke mens heeft dezelfde behoeften
  • behoeften zijn de oorzaak van onze gevoelens
  • één behoefte kan op verschillende manieren worden vervuld

> ken je eigen behoeften en de gevoelens die eruit voortvloeien
> communiceer dat aan de ander

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Duid alle strategieën aan
A
Ik wil een pedagogische studiedag over hoe ik met stadsjongeren moet omgaan.
B
Ik wil een werkruimte voor mij alleen waar ik niet gestoord wordt.
C
Ik heb hulp nodig bij het invullen van de examenresultaten in Smartschool.
D
Ik wil meer contact hebben met mijn collega’s.

Slide 25 - Quiz

Duid alle behoeften aan
A
Ik wil meer gemak in mijn werk, nu gaat het te moeilijk…
B
Ik heb rust en stilte nodig om mijn werk goed te kunnen doen.
C
Ik wil een handleiding met een duidelijk stappenplan
D
Ik zoek naar een oplossing zodat ik mijn werk kan combineren met het zorgen voor mijn kinderen.

Slide 26 - Quiz

Duid alle strategieën aan
A
Ik stel voor dat we één keer per semester een teambuildingsactiviteit doen met de collega’s.
B
Ik wil een getypt verslag hebben na de vergadering.
C
Ik heb nood aan samenhorigheid onder de collega’s.
D
Ik wil duidelijkheid hebben over wat we afgesproken hebben.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Wat was het verzoek van tante Annie?
Wat is het verzoek in je eigen voorbeeld?

Slide 29 - Slide

Verzoek
= concrete actie om bepaalde behoefte te vervullen

oplossingsverzoek 
bv. Wil je elke week de schoolagenda handtekenen?


verbindend verzoek 
‘Kan je me vertellen wat je me hoorde zeggen?
‘Hoe voel je je als je dit hoort?’

Slide 30 - Slide

Oplossingsverzoek
bv. wil je elke week de schoolagenda handtekenen?

  • concreet
  • realistisch
  • positief geformuleerd (in plustaal)
  • in het ‘nu’ (andere kan nu aangeven of dat hij wel/niet wil doen)
  • geen druk
  • bv. Wil je…, Ik zou graag hebben dat je…, Is het oké voor jou om…
  • open mind: “Een ‘nee’ is steeds een ‘ja’ voor iets anders”!

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Verbindend communiceren leert verbindend communiceren

Slide 33 - Slide