This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
Filosofie
Slide 1 - Slide
Programma
Ochtendspreuk
NOS
LessonUp
Uitwerken Periodeschrift
Slide 2 - Slide
Ik denk bij filosofie aan
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Video
Filosofie gaat over (moeilijke) vragen:
Wat is goed? Wat is geluk? Hoe moet je leven?
Wat is waarheid?
Wanneer mag je liegen?
Heeft de mens een ziel?
Zijn mensen een soort dieren?
Kunnen computers de mens vervangen?
Hoe weet je zeker dat je niet de enige bent met bewustzijn?
Wanneer weet je iets zeker?
Wat is waarheid?
Slide 5 - Slide
En altijd...
Waarom?
Slide 6 - Slide
"Filosoferen begint bij verwondering, wordt gedreven door liefde voor wijsheid en betekent:
alles (kunnen) bevragen
kritisch denken
zorgvuldig argumenteren
Objectief kunnen blijven
Vanzelfsprekendheden ter discussie stellen
Logisch nadenken. Niet op ervaring en gevoel.
Slide 7 - Slide
Maar wat heb je eraan...
- je leert kritisch denken en je mening onderbouwen
- je leert verbanden te leggen;
- je leert nadenken over de vreemde wereld waar je in geworpen bent.
- je leert inleven in andere perspectieven
Slide 8 - Slide
Filosofie
filos = zoon/vriend
sofia = wijsheid
Slide 9 - Slide
Waarom?
Mythen zijn niet altijd waar
Antwoorden zoeken op vragen
Niet zomaar alles aannemen: kritisch en nieuwsgierig zijn en blijven!
Zelf ontdekken van de waarheid
Observeren
Slide 10 - Slide
Filosofen
'Vrienden van de wijsheid'
Filosofen willen hun kennis en wijsheid uitbreiden
Slide 11 - Slide
Socrates
Eén van de belangrijkste Atheense filosofen
Goed en kwaad (Ethiek)
Socratische manier van vragen stellen
Hij moest zelfmoord plegen.
Slide 12 - Slide
Plato
Leerling van Socrates
Oprichter van de Akademeia
Bekendste werk: De Staat, over politiek
Slide 13 - Slide
Aristoteles
Leerling van Plato
Filosoof én natuurkundige
Belangrijkste werk: Rethorica
Slide 14 - Slide
Wat is een filosofische vraag?
Vaak is het zo dat bij een filosofische vraag niet meteen duidelijk is wat voor soort antwoord er moet komen. Er wordt niet gevraagd naar de werkelijkheid maar naar een mogelijkheid.
Het gaat namelijk om spirituele vooruitgang, niet om spirituele volmaaktheid.
Vergelijk deze vragen maar eens met elkaar.
Vragen naar de werkelijkheid:
A. Wanneer was de tweede wereldoorlog?
B. Hoe komt het dat een bom ontploft?
C. Wat is de hoofdstad van België?
Vragen naar een mogelijkheid:
D. Maakt het uit waar je geboren wordt?
E. Heeft alles een oorzaak?
F. Mag je iets slechts doen om iets goeds te bereiken?
Slide 15 - Slide
Opdracht A:
De ideale stoel
"Wat maakt iets een stoel? Hoe weet je dat iets een stoel is, zelfs als hij er heel anders uitziet? Dat komt omdat je in je geest een idee hebt van wat een 'stoel' is — en dat idee is de ware Stoel."
Slide 16 - Slide
Opdracht B: De filosofische vraag
Verschillende vragen over een herfstboom:
Over deze herfstboom kun je veel vragen stellen Om dit de verduidelijken kunnen we deze herfstige boom bekijken.
Over deze boom kun je verschillende vragen stellen maar dat zijn niet vanzelf filosofische vragen. Bijvoorbeeld:
Wat voor kleur hebben de bladeren? Waarom vallen de bladeren in de herfst van de boom?
Hoe gaat het met je, boom? Wie zou er allemaal onder deze boom een dutje gedaan kunnen hebben? Zien we allemaal dezelfde boom?