Proeftoets VD

Welkom!

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands

2. Op je tafel liggen:
 Lesboek, Schrift en je Pennen
3. Als de docent praat ben je stil.
Luister naar elkaar.
4. We houden het lokaal netjes.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands

2. Op je tafel liggen:
 Lesboek, Schrift en je Pennen
3. Als de docent praat ben je stil.
Luister naar elkaar.
4. We houden het lokaal netjes.

Slide 1 - Slide

Planning vandaag 13 juni 2025
  1. 🎯 Planning en lesdoelen (5 min)
  2. 🔁Herhaling en uitleg (5 min)
  3. 📝 Proeftoets maken (15 min)
  4. ✅ Nakijken en evaluatie van de proeftoets (10 min)
  5. ☕Pauze (5 minuten)
  6. 📖 Leesmoment (30 min)
  7. 🎯Kahoot (10 minuten)
  8. 🔍 Vooruitblik op de volgende les (5 min)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1. 🔍Ik weet wat zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden zijn.
2. 📝Ik kan het voltooid deelwoord herkennen en correct schrijven.

Slide 3 - Slide

Aantekeningen maken
Let goed op tijdens de uitleg, luister mee en maak aantekeningen. 
Blijf stil en steek je vinger op bij vragen.

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen zwakke en sterke  werkwoorden?

Slide 5 - Slide

Ezelsbruggetje
een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen. Blijft dus hetzelfde maar krijgt wel -te of -de

een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen. 

Slide 6 - Slide

Wat zijn onregelmatige werkwoorden?

Slide 7 - Slide

Wat zijn voorbeelden van onregelmatige werkwoorden in het Nederlands?
A
zijn, hebben, willen, kunnen, zullen
B
lopen, rennen, fietsen, zwemmen

Slide 8 - Quiz

Let op:
Bij een vraag + je (wel een ander) dan toch geen -t
Loop je naar huis?
Verkleed je je snel? 
Wil je mee? 
Kom je? 
Stort je in? 
Smurf je dat? 



Slide 9 - Slide

onregelmatige werkwoorden
-werkwoorden waarbij de regels niet gelden
-hebben-zijn-kunnen-zullen-willen- mogen
ik heb-jij hebt- hij heeft- wij hebben
ik ben- jij bent- hij is-wij zijn
ik kan- jij kunt/kan- hij kan- wij kunnen

Slide 10 - Slide

Voltooid deelwoord

- Wat is het voltooid deelwoord?
- Hoe herken ik het voltooid deelwoord?
- Wanneer gebruik ik het voltooid deelwoord?

Slide 11 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord bij dit plaatje?

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord

In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm van de werkwoorden:
  1. hebben
  2. zijn 
  3. worden

Slide 13 - Slide

Oefentoets
📝 Maak de oefentoets serieus en netjes.
👉 Dit is een goede oefening – hoe meer je oefent, hoe beter je scoort! 💪📈
✅ Klaar?
🔍 Controleer je antwoorden goed.
📄 Vraag daarna om een nakijkblad.
📚 Terwijl je wacht: ga stil verder met lezen of maak een samenvatting. ✍️
🤫 Blijf fluisteren of werk in stilte.
timer
15:00

Slide 14 - Slide

timer
30:00
30 minuten in stilte zelfstandig lezen.

1

Slide 15 - Slide

Doe mee met je eigen naam!

Slide 16 - Slide

Ik kan werkwoorden zoals het voltooid deelwoord correct spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Afsluiting
Volgende les
De spellingstoets.


Zijn er nog vragen?

Controleer of je de leerdoelen hebt gehaald.

Slide 18 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 19 - Slide

Fijn weekend!

Slide 20 - Slide