Leefstijl Leerjaar 1 Thema 2

• Maatschappijleer
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Thema 2

Heldere communicatie

Les 1 

Luisteren naar de omgeving

Doelstelling van de les

• We kunnen luisteren naar de stilte
• We kunnen vertellen wat we horen
  
• We weten wat roddelen betekent

Luisteren 

naar de stilte

• 1 Minuut luisteren naar stilte
• Wat hoor je?
• Waar komt het vandaan?
• Wie of wat maakt het geluid?

Nabespreking:

- Welke geluiden heb je gehoord?

- Hoe komt het dat we niet allemaal het zelfde horen?

- Zijn er overeenkomsten tussen deze oefening en echt luisteren naar elkaar?

- Welke verschillen zijn er te noemen?

Wat hoor je?

• Je gaat diverse geluiden horen
• Schrijf op wat je allemaal hoort

Nabespreking:

- Is het moeilijk om naar geluiden te luisteren? Waarom?

- Waardoor werd je bij het luisteren afgeleid (andere geluiden, leerlingen of gedachten)?

- Wat maakt het voor jou gemakkelijk om naar geluiden te luisteren?

Roddelen

Roddel wordt in het woordenboek beschreven als:

 

'opzettelijk slechte dingen van iemand vertellen'

Roddelen

Ga staan als....

• Je wel eens roddelt over een ander
  
• Er wel eens over jou geroddeld is
  
• Je roddelen vervelend vindt
  
• Je boos wordt van roddelen
  
• Je verdrietig wordt van roddelen
  

klassikale opdracht

- Eén iemand krijgt een verhaal te horen

- De rest is uit de klas en komt om de beurt naar binnen.

- Je luistert naar het verhaal en probeert na te vertellen

Werkboek blz. 10 en 11

Aan de slag

Maak thema 2 les 1 in je werkboek!

Les 2: Luisteren naar elkaar

Luisteren is spreken met je oren

Slecht luistergedrag

Doelstelling van de les

• Leerlingen kunnen benoemen wat slecht luistergedrag is
• Leerlingen kunnen benoemen wat goed luistergedrag is

Goed luistergedrag

Werkboek blz. 12 - 13

Luistertest

• Tweetallen door elkaar te vinden via een doordat zij hetzelfde nummer hebben.
• Vertel 1 minuut aan de ander over wat je vorige week allemaal hebt gedaan.
• De andere leerling doet alsof hij niet luistert
• Daarna wisselen we om.

Nabespreking

• Hoe voelt het als er niet naar je geluisterd wordt?
• Wat gebeurt er met je verhaal als er niet naar je geluisterd wordt?
• Hoe was het om slecht te moeten luisteren?
• Hoe merk je dat iemand slecht luistert?
• Wanneer luister je zelf wel eens slecht?

Nabespreking

• Hoe voelt  het als er slecht geluisterd wordt? 
• Waaraan merk je dat er slecht geluisterd wordt?
• Wat gebeurt er met het verhaal? 
• Wanneer luister jij weleens slecht? 

Nabespreking

• Hoe voelt het als er niet naar je geluisterd wordt?
• Wat gebeurt er met je verhaal als er niet naar je geluisterd wordt?
• Hoe was het om slecht te moeten luisteren?
• Hoe merk je dat iemand slecht luistert?
• Wanneer luister je zelf wel eens slecht?

Goed luisteren

• Jullie gaan nog een keer in de dezelfde  tweetallen om de beurt spreken over hetzelfde onderwerp.
• De ander doet zijn best om zo goed mogelijk te luisteren. (denk aan knikken, doorvragen, aankijken etc.)
• Jullie krijgen 1:30 minuut om het te vertellen. 

Nabespreking

• Hoe voelt het als er niet naar je geluisterd wordt?
• Wat gebeurt er met je verhaal als er niet naar je geluisterd wordt?
• Hoe was het om slecht te moeten luisteren?
• Hoe merk je dat iemand slecht luistert?
• Wanneer luister je zelf wel eens slecht?

Slecht luistergedrag

Onderbreken: De ander in de rede vallen voordat diegene is uitgesproken.

Afgeleid zijn: Niet geconcentreerd zijn door eigen gedachten, externe ruis, of afleidingen zoals telefoongebruik.

Snel oordelen of onderbreken: De ander niet de ruimte geven om het hele verhaal te doen.

Je eigen boodschap al voorbereiden: Denk niet alvast na over wat jij wilt zeggen in plaats van te luisteren naar de ander.

 

Goed luistergedrag

Luister aandachtig: Richt je volledig op de ander, leg je telefoon weg en zorg voor oogcontact.

Vermijd afleiding: Zorg voor een rustige omgeving en probeer storend gedrag zoals tikken met je pen te vermijden.

Laat de ander uitpraten: Geef de spreker de ruimte, ook als je het antwoord al denkt te weten. Onderbreek de ander niet.

Toon interesse: Laat zien dat je geïnteresseerd bent in wat de ander vertelt. E

Stel verdiepende vragen: Vraag om verduidelijking om te laten zien dat je de boodschap echt probeert te begrijpen.

Luister zonder oordeel: Geef niet meteen kritiek of advies. Dit zorgt voor een veilige omgeving, vooral in gesprekken met kinderen. 

Terugkijken

• Waar hebben we het over gehad?
• Hoe vonden jullie de opdrachten?
• Wat heeft je verrast?
• Wanneer is het moeilijk om te luisteren?
• Waarom is het belangrijk om goed te luisteren?

0

Les 3

Ik kan luisteren!

Doelstelling van de les

• De leerlingen weten wat goed 

       luisteren is

• De leerlingen kunnen feedback

       geven over elkaars luistergedrag

• De leerlingen reflecteren op 

       hun eigen luistergedrag

Jij vertelt en ik luister!

• Werkboek blz. 14 - 15 opdracht 1
• Zelfstandig invullen (breed antwoord)
• Antwoorden vertellen tegen je klasgenoot, klaar dan vertelt de ander.

Nabespreking

• Heeft de ander goed naar je geluisterd?
• Waaraan kon je dat zien?
• Wat zou de ander nog kunnen verbeteren?

Luisterrapport

• Werkboek blz. 16 opdracht 2
• Samen bespreken
• Kritisch zijn naar elkaar

Stellingen

• Staan of zitten
• Staan dan ben je eens met de stelling
• Zitten dan ben je oneens met de stelling

1

Je moet altijd luisteren

2

Ook als je haast hebt, moet je goed luisteren

3

Je mag er iets van zeggen als iemand slecht naar je luisterd

4

Aan de telefoon is het moeilijk om te laten blijken dat je goed luisterd

5

Meisjes luisteren beter dan jongens

6

Ik vind het makkelijk om goed te luisteren

7

Ik kan nog veel verbeteren aan mijn luisterhouding

8

Ik kan zien dat iemand niet goed luistert

Doorvragen bij de stellingen

• Vraag naar beweeg redenen
• Vraag naar de achtergrond 

Terugblik

• Wat heb je over jezelf geleerd in deze les?
• Welke goede luistervaardigheden hebben we al?
• Welke zou je nog meer willen hebben?
• Wat kunnen wij doen om je daarbij te helpen?