hartritme, ritmestoornissen en ECG

Ritmes
1 / 37
next
Slide 1: Slide
MBO

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Ritmes

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie over ritmes/ritmestoornissen?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Hoe werkt de prikkel geleiding van het hart?
Wat weet je nog? Schrijf de antwoorden op, zonder het boek/internet e.d. te gebruiken.
- Welk onderdeel van het hart maakt de elektrische prikkel?
-Welk onderdeel van het hart zuigt zuurstofarm bloed aan?
- Welk onderdeel van het hart stoot zuurstofrijk bloed uit?
- Welke onderdelen in het hart spelen een belangrijke rol bij de prikkel geleiding?



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Sinuusknoop, Av-knoop, bundel van his, bundeltakken en purkinje vezels

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Prikkelgeleiding hart

Autonoom orgaan: Kan zelf prikkels opwekken
o.i.v. autonome zenuwstelsel (in dit geval: nervus vagus)  

  1. Sinusknoop (pacemaker): Groep cellen in zijwand atrium dexter. 

Slide 5 - Slide

Studenten laten meetekenen/meeschrijven op hun kleurplaat
Functie hart
  • Rechter atrium: Zuigt het zuurstofarme bloed het hart in. Eindpunt grote circulatie.
  • Rechter ventrikel: Pompt het zuurstofarme bloed de longen in. Begin kleine circulatie.
  • Linker atrium: Zuigt het zuurstofrijke bloed uit de longen weer het hart in. Eindpunt kleine circulatie.
  • Linkerkamer Pompt het zuurstofrijke bloed via de aorta naar de weefsels. Begin grote circulatie.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geleiding in het hart 
Sinusknoop: bepaald het ritme

AV-knoop: poortwachter

 

 


P-top: samentrekken van de boezems (de lijn wordt daarna weer vlak, omdat het elektrische signaal even wordt vastgehouden)
QRS-complex: samentrekken van de hartkamers
T-top: ontspannen van de hartspier
Na de T-top begint het weer opnieuw voor de volgende hartslag

Slide 7 - Slide

Het weefsel tussen boezems en kamers vormt een isolerende laag die de elektrische prikkel op de meeste plaatsen niet geleidt. De prikkel kan alleen zijn weg vinden via een groepje cellen midden in het hart, op de grens van boezem (atrium) en kamer (ventrikel). Dit wordt de atrioventriculaire knoop ofwel de AV-knoop genoemd. Een bijzondere eigenschap van de cellen in de AV-knoop is dat zij de elektrische prikkel kunnen afremmen. Dat heeft als gevolg dat de kamers net iets later samentrekken dan de boezems, waardoor het bloed in twee stappen door het hart gaat. Eerst wordt het vanuit de boezems in de kamers geperst en dan vanuit de kamers het hart uit. 
Prikkelgeleiding hart

  1. Sinusknoop: activeert atrium dexter
  2. Atrioventriculaire knoop: 'Schakelstation' met vertraging

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Boezems en Kamers
Het hart is van binnen in vier holtes verdeeld. 
  • 2 boezems - atrium/atria 
  • 2 kamers - ventrikels
  • (hartkleppen) 2-3 slippig
  • Slagaderkleppen
  • Septum

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Prikkelgeleiding hart

  1. Sinusknoop: activeert atrium dexter
  2. Atrioventriculaire knoop: 'Schakelstation' met vertraging
  3. Bundel van His: geeft signalen door
  4. aan Apex
  5. Verspreid prikkel van onderaf over Myocard. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is een ECG?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Hoe maak je een ECG?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Normaal ECG

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Normaal ECG

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe lees je een ECG?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

1. ritme
- ritme regelmatig? (60-100 per minuut)
- zie ik P toppen voor elk QRS complex en zijn ze normaal?
- zijn de QRS complexen breed of smal?

Slide 18 - Slide

Berekening van de hartfrequentie. Dat kun je snel doen door het aantal grote vakjes te tellen tussen twee R-toppen. Elk groot vakje is 0.2 seconden. Zie je 1 groot vakje tussen elke R-top, dan is de frequentie per minuut dus 300 (60/0.2 = 300). 2 grote vakjes: 150. 3 vakjes: 100. 4 vakjes: 75. 5 vakjes: 60. Et cetera.
2. QRS complex
Het normale QRS-complex is smal, niet te hoog in amplitude (maar ook niet te klein in amplitude)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

3. ST- segment
Wat vertelt een ST-segment ons? Het ST-segment is de periode tussen ventriculaire depolarisatie (QRS-complex) en repolarisatie (T-golf). Vaak is deze periode ‘elektrisch stil’. Soms is er toch elektrische activiteit. Dit kan volstrekt normaal zijn, zeker bij jonge mannen (< 50 jaar), maar kan ook wijzen op (ernstige) afwijkingen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

ST elevatie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

ST depressie

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hartinfarct: ST-segment is verhoogd. Rechts: ECG zonder afwijkingen.
De verhoging van het ST-segment ontstaat doordat een deel van de hartspier geen zuurstof meer krijgt als gevolg van het hartinfarct.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

ECG infarct
ECG

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

ST-elevatie en reciproke ST- depressie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

AF (atrium fibrileren)
Wat is dat?
wat gebeurt er in het hart?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Boezemfibrilleren of atriumfibrilleren
Een veelvoorkomende hartritmestoornis, vooral bij oudere mensen. Bij atriumfibrilleren is de hartslag onregelmatig en meestal te hoog. Atriumfibrilleren is een ritmestoornis die  meestal niet levensbedreigend is, maar meestal wel behandeld moet worden. Dit om schade aan het hart te voorkomen.



Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Atriumfibrilleren

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Ventrikel fibrilleren

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

welk deel het ECG geeft het samentrekken van de kamers weer?
A
P
B
QRS
C
T
D
ST

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions


Hoe benoem je de aangegeven plek in het ECG
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er op een ECG geregistreerd?
A
De prikkelgeleiding over de kransslagaders
B
De bloedstroom door het hart
C
De geleiding van electrische prikkels in hart
D
De bloedstroom door de kransslagaders

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Vragen?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions