Interviewen tutorial voor film. Projectweek 2 dec. 2022 H/V 2e

workshop: interviewtechnieken
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

workshop: interviewtechnieken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Projectweek-> Ik en de ander
Wat ga je doen deze week? Je kunt kiezen uit:
- een marktkraam bouwen
- een reportage maken over War Child

Iedereen maakt dingen voor de verkoop
Iedereen volgt de workshop interviewen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van War Child?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

reportage maken-> Thema: Ik en de ander
Je gaat  meerdere mensen interviewen in school of op straat
Je werkt in een team, elk teamlid heeft een rol
Je neemt het interview op met camera of met dictafoon
Edit jouw interview op school
Op school wordt het interview door de redactie gemonteerd en in de reportage gezet

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waaraan denk je bij het afnemen van een interview?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Interviewtechnieken
Soort vragen:               gesloten vragen
                                            open vragen
En doorvragen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Interviewtechnieken
LSD-techniek: 
  • L: luisteren
  • S: samenvatten
  • D: doorvragen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

 Interviewtechnieken
  • Luister meer dan dat je praat
  • Stel duidelijke vragen 
  • Wees objectief
  • Ben empathisch
  • Ben enthousiast / een positieve uitstraling

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

waar moet een goede vraag aan voldoen?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Soorten vragen
Open vragen
Gesloten vragen
Suggestieve vragen
Controlevragen
Doorvragen
Dubbelevragen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gesloten vraag
Op een gesloten vraag kan alleen geantwoord worden met JA of NEE
Ben je verkouden? Vind je school leuk?
Ga dit oefenen met de persoon die naast je zit. Bedenk 5 gesloten vragen




Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Open vraag
Door open vragen te stellen nodig je de persoon uit om meer informatie te geven.
Om juiste vragen te stellen kun je een ezelsbruggetje gebruiken!  Vragen met de 5W's en 1H
- Wie    - Waar     - Hoe
- Wat    - Wanneer    -Waarom
Ga dit oefenen met de persoon die naast je zit. Wat zou je willen weten wat je nog niet weet. Bedenk 6 vragen met de 5W- en 1H-vraagwoorden

- De vraag is neutraal
- Zo kort mogelijk
- Met het juiste vraagwoord
- Uitnodigend gesteld


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Suggestieve vraag
Een suggestieve vraag bevat een mening, om naar een bepaalde richting op te sturen.

Vind jij dat Iphone 11 ook heel erg slecht is? JA/NEE

Vragen waarin een aanname besloten ligt

Ja: dan stem je met de gene in die de vraag stelt.
Nee: dan stem je indirect in met de bewering. 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Formuleer zelf eens een suggestieve vraag.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Doorvragen
Wanneer je een open vraag stelt, krijg je heel veel informatie, maar er zitten vaak verschillende onderdelen in. 

Ik houd van alle soorten kaas! Je hebt een duidelijk antwoord. 
Ik houd van school, maar niet alle vakken vind ik leuk. Je hebt geen duidelijk antwoord.
Nu kun je een doorvraag stellen, van welke houd je wel/niet?

Nu krijg je een duidelijk antwoord!

Bedenk vragen waar je duidelijk antwoord op kan krijgen!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Het interview->hoe begin je?
Hoe stel je jezelf voor?
Vraag beleefd of je een paar vragen mag stellen
Leg uit waarom je vragen wilt stellen
Hoe gedraag je je?
Wat doet elke persoon in je groepje? Wees duidelijk in je rol

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Tips:
"Wij zijn van het Oostpoort, we doen een project: Ik en de ander. We maken daar een reportage over  War Child en goede doelen. We willen u graag  hier een paar vragen over stellen , wilt u hieraan meewerken?"

Vraag of je toestemming hebt om te filmen, anders kun je het opnemen met een dictafoon, of je filmt de persoon zelf niet. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

oefenen met elkaar
Werk in tweetallen
Probeer iets aan de weet te komen van de ander wat je nog niet weet
Bedenk drie open vragen
Pas de L-S-D toe!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Letterlijk interviewverslag
Je schrijft de vragen en antwoorden letterlijk op. De vragen maak je vet en in de antwoorden laat je onbelangrijke dingen weg. 
voorbeeld: 
Opa, hoe ging u vroeger naar school? 
'We moesten gewoon lopend naar school natuurlijk, of het nu stormde, regende of sneeuwde. Er was een pad dwars door de weilanden heen. We liepen gewoon tussen de koeien. Onze schoenen zaten dus vaak onder de  stront en daarom moest ik ze dan op de gang laten staan.'

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Samenvattend interviewverslag
Je laat de vragen weg. Antwoorden vat je samen in eigen woorden en wissel je af met citaten van de geïnterviewde persoon. 

Voorbeeld: 
Op de boerderij waar mijn opa woonde had hij geen eigen kamer zoals wij nu allemaal gewend zijn. Alle kinderen sliepen op zolder, op een zak met stro. Gelukkig heeft mijn opa geen hooikoorts. 'We hadden helemaal niks voor onszelf,' mompelt hij. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Afwisselen woordkeus
Als je een tekst schrijft, herhaal je niet te veel dezelfde woorden.

Je kunt herhaling vermijden door: 
- een synoniem: opa - grootvader; 
- een omschrijving: opa - de oude baas; 
- een verwijswoord: opa - hij 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Afwisselen van woordkeus
In plaats van zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* vervolgens, aanduiden, toelichten, vinden, antwoorden 
'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', vervolgt / vindt / zegt / antwoordt Anita. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Afwisselen van woordkeus
In plaats van zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* mompelen, schreeuwen, fluisteren 
Hierdoor maak je duidelijk wat het gevoel is van de geïnterviewde.
'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben', mompelt / fluistert / schreeuwt Anita.'

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Afwisselen van woordkeus
In plaats van zeggen of vertellen kun je in een interviewverslag ook schrijven: 

* knikken, schateren, knipogen 
Hiermee maak je de tekst beeldend en persoonlijk. 
'Het is natuurlijk een eer dat ik gevraagd ben,' knikt / schatert / knipoogt Anita. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Maak van dit fragment (zie uitleg) een samenvattend interviewverslag.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.