6.3 Eten of gegeten worden

Hoofdstuk 6 | Je groene omgeving 
6.3: Eten of gegeten worden
1.5 Fossielen
6.1 Organismen indelen (+ stencil ordening + 1.2 determineren)
6.2 Biotoop onder de loep
6.3 Eten en gegeten worden
6.4 Een kringloop                                                                                    DIERENWERKSTUK
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 | Je groene omgeving 
6.3: Eten of gegeten worden
1.5 Fossielen
6.1 Organismen indelen (+ stencil ordening + 1.2 determineren)
6.2 Biotoop onder de loep
6.3 Eten en gegeten worden
6.4 Een kringloop                                                                                    DIERENWERKSTUK

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud les
Formatieve toets 6.1 met ordening en determinatie
6.3 Eten of gegeten worden: Uitleg 
- kort herhalen over 6.2 en fotosynthese, 
- soorten eters
- voedselketen en voedselweb
- voedselpiramides
10 oefeningen   

Zelfstandig werken: 6.3 samenvatten (achterin werkboek B) / maken in je werkboek B. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een biotoop, een habitat en een levensgemeenschap?
- Een biotoop is een gebied waar organismen kunnen overleven.
- Een levensgemeenschap zijn alle organismen in een biotoop/gebied.

- Een habitat is de exacte plek in dat biotoop
   waar één soort organisme voorkomt
- Het heeft de juiste leefomstandigheden
   (biotische en abiotische factoren) voor dat soort
   organisme zoals bijvoorbeeld een eekhoorn


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Biodiversiteit
Natuurontwikkeling: 
-Hiermee proberen we de 
biodiversiteit te vergroten. 
-door een monocultuur
tegen te gaan.
- En meer habitats te maken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 6.3
  • Je kunt uitleggen hoe planten voedsel maken
  • Je kunt dieren indelen in drie groepen naar wat ze eten (met het gebit)
  • Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en in een voedselweb 
  • Je kunt uitleggen waardoor in een voedselketen de hoeveelheid voedsel afneemt

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Fotosynthese
Fotosynthese
Planten maken zelf voedsel door fotosynthese. 
Met de glucose (en mineralen uit de bodem) maken planten zelf andere stoffen waar ze uit bestaan zoals zetmeel, plantaardige eiwitten, vetten en vitaminen
Planten hoeven dus niet te eten. Ze produceren voedsel 
voor zichzelf en 
anderen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Fotosynthese
Glucose = brandstof in elk organisme

Planten maken glucose bij fotosynthese.

Bladgroenkorrels gebruiken energie uit zonlicht om water en koolstofdioxide om te zetten in glucose en zuurstof.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

3 Soorten eters
Herbivoor                 Omnivoor                  Carnivoor

Slide 8 - Slide

langer darmkanaal nodig om planten te verteren
herbivoor
omnivoor
carnivoor

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Herbivoren, omnivoren en carnivoren

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat je eet ben je?
Mensen vallen onder het rijk van de dieren
In de biologie noemen we dieren die
Vlees eten = Carnivoor (carnivoren)
Planten eten = Herbivoor (herbivoren)
Alles eten = Omnivoor (omnivoren)
Dus wij mensen zijn Omnivoren en zie je aan de tanden en het darmstelsel (ook als je vegetariër bent).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen
--> het pijltje geeft de voedselstroom aan en betekent: 
"wordt gegeten door". 
Elk organisme in een voedselketen noem je een schakel. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voedselweb

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voedselweb
Voedselweb = een schema waarin meerdere voedselketens met elkaar zijn verbonden. Meestal leven de organismen in één biotoop (gebied)
Regels zijn hetzelfde als voor een voedselketen:
  1. Je begint altijd bij organismen die hun eigen energie maken (Dit zijn planten)
  2. Pijlen betekenen 'wordt gegeten door'

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voedselweb
Welke bezitten bladgroenkorrels?
Wat is de langste voedselketen?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voedselketen
Wie hebben fotosynthese?
Wie zijn de planteneters? En wie de topcarnivoren?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Piramide van aantallen
Piramide van aantallen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Piramides van dezelfde voedselketen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waarom is elke laag kleiner in biomassa? Waarom gaat de energie verloren?
Piramide van biomassa

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Piramide van biomassa

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is biodiversiteit?
A
het aantal oorspronkelijke plantensoorten
B
het aantal oorspronkelijke diersoorten
C
de variatie aan soorten in de natuur
D
het verdwijnen van soorten in de natuur

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

plek waar een organisme kan leven: de abiotische factoren zijn geschikt en er is genoeg voedsel te vinden.
Bij welke term hoort deze tekst?
A
Biotoop
B
Habitat
C
Abiotische factoren
D
Levensgemeenschap

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is natuurontwikkeling?
A
Maatregelen nemen om de biodiversiteit te verkleinen
B
Maatregelen nemen om een groter biotoop te maken
C
Maatregelen nemen om de biodiversiteit te vergroten
D
Maatregelen nemen om een kleiner biotoop te maken

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


Fotosynthese
Wat is ==> NIET waar
R11
A
Dit vindt plaats bij sommige dieren en alle planten
B
Dit vindt plaats in groene planten
C
Dit vindt plaats in de bladgroenkorrels
D
Hierdoor maakt de plant zijn eigen voedsel

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Een planteneter noemen we ook wel een ..
A
Omnivoor
B
Herbivoor
C
Carnivoor
D
Insectivoor

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Dit gebit is van een ?
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor
D
Ivoor

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Dit gebit is van een ...
A
Herbivoor
B
Carnivoor
C
Omnivoor
D
Kan van beide

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel herbivoren zijn er in dit voedselweb?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke voedselketen klopt?
A
Graan -> Kip -> Mens
B
Mens -> Kip -> Regenworm
C
Kip -> Haan -> Ei
D
Regenworm -> Graan -> Kip -> Mens

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor piramide zie je op het plaatje?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Kun je niet zien aan dit plaatje
D
Kan beiden zijn

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat ga je nu doen? Kies:
- Je bestudeert 6.3 door een samenvatting te maken met alle
   begrippen (boek en schrift/Samenvatting einde H6).
- Je maakt 6.3 in je werkboek B
- Je krijgt extra uitleg over een deel van H6 of het stencil dat je
   nog niet begrijpt.
Als je klaar bent check je of je alles begrijpt van H6 (behalve 6.4)
Volgende week: cijfers dierenwerkstuk en 6.4  

Slide 33 - Slide

This item has no instructions