This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 3 basisstof 1
Organismen ordenen
Leerdoelen:
- Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.
- Je weet wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.
Slide 1 - Slide
groepen maken
Je kunt dieren verdelen in verschillende groepen. Je kunt dan kijken naar de kleur, hoeveel poten ze hebben of wat voor huid een dier heeft.
Je kijkt dan naar de kenmerken van een dier.
Slide 2 - Slide
Groepen maken
Bij ordenen van organismen verdeel een verzameling organismen in groepen met hetzelfde kenmerk.
Een kernmerk is een eigenschap waarmee organismen kunt onderscheiden van andere organismen.
Slide 3 - Slide
Ordenen
Ordenen = het verdelen van een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk (eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen).
Deze vier groepen heten rijken
Slide 4 - Slide
We delen levende wezen op in vier rijken. Weet jij welke cel bij welk rijk hoort?
Slide 5 - Drag question
Cellen van de vier rijken
Dieren hebben geen celwand.
Planten hebben bladgroenkorrels.
Schimmels hebben geen bladgroenkorrels, maar wel een celkern en een celwand.
Bacteriën hebben geen celkern.
Slide 6 - Slide
www.google.nl
Slide 7 - Link
De cellen uit de 4 rijken hebben verschillende kenmerken. Weet je nog welke cellen dit zijn?
Plantencel
Dierlijke cel
Schimmelcel
Bacteriecel
Slide 8 - Drag question
Organisme ordenen
Soorten = organisme die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.
Ras = een groep organisme binnen een soort, die sterker op elkaar lijken dan andere groepen van dezelfde soort
Slide 9 - Slide
Soorten
Een groep dieren kun je nog indelen in een kleinere groep: soorten