This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Ik heb weleens van taalfamilies gehoord
Ja
Nee
Slide 1 - Poll
This item has no instructions
Ik heb weleens nagedacht over hoe onze taal ontstaan is
Ja
Nee
Slide 2 - Poll
This item has no instructions
De wortels van onze taal
Je leert hoe het Nederlands zich heeft ontwikkeld en wat taalfamilies zijn.
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
Welke talen lijken op elkaar? Noem er meerdere
Slide 4 - Mind map
2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.
Slide 5 - Video
This item has no instructions
Een taal is ALTIJD in ontwikkeling
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Taalfamilie
Indo-europees ->
Zoek nog meer taalfamilies op, samen met je buur
timer
2:00
Indo-Europese talen
De Indo-Europese talen zijn een taalfamilie van ongeveer 400 verwante talen. Ze heten zo omdat ze het eerst werden gesproken in veel delen van Europa en in India. Maar tegenwoordig worden ze in bijna alle delen van de wereld gesproken. Dat komt vooral door de kolonisatie door Europese landen van andere werelddelen. Van alle taalfamilies worden de Indo-Europese talen veruit het meest gesproken en ze zijn tot nu toe ook het meest bestudeerd.
De meeste taalgeleerden denken dat er tot ca. 4000 voor Christus in of rondom Anatolië één oertaal werd gesproken, het Proto-Indo-Europees. Daaruit zouden dan geleidelijk aan steeds nieuwe talen zijn ontstaan, dat werden de Indo-Europese talen.
Subfamilies
De volgende subfamilies of op zichzelf staande talen zijn Indo-Europees:
Indo-Iraanse talen
Anatolische talen (uitgestorven)
Italische talen (uitgestorven)
Romaanse talen
Keltische talen
Germaanse talen
Baltische talen
Slavische talen
Grieks
Armeens
Tochaars (uitgestorven)
Albanees
Nederlands is ook een Indo-Europese taal, maar het heeft zich niet rechtstreeks uit het Proto-Indo-Europees ontwikkeld. Het is een van de Germaanse talen.
Slide 7 - Slide
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Geschiedenis van
het Nederlands
Wat voor veranderingen zie je?
Slide 9 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.