Organen en cellen - oefenen H2 organen en cellen

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Oefenne oefnenenoefnen

Nerven

Kleurstofkorrels

Wortelharen

Zetmeelkorrels

Bladgroenkorrels

Korrels waar suiker in opgeslagen zit

De vaten in een blad

Dunne uitstulpingen vlak bij de uiteinden van wortels

Korrels die de kleur van het blad bepalen

Korrels waar fotosynthese in plaatsvind

Wat is een juiste omschrijving van een orgaan?

1. Onderdelen van het lichaam die samen werken
2. Onderdeel van het lichaam
3. Onderdeel van het lichaam met een specifieke functie
4. Onderdeel van het lichaam opgebouwd uit cellen

Bij dierlijke cellen zorgt de celwand voor stevigheid

1. Waar
2. Niet waar

Een blad van een plant is een:

1. Organisme
2. Orgaanstelsel
3. Orgaan
4. Cel

Uit onderzoek aan een cel, die in het midden van een rode bloem zat, blijkt dat hij veel plastiden bevat.
Welke plastiden zullen dat zeer waarschijnlijk zijn geweest?

1. Zetmeelkorrels
2. Bladgroenkorrels
3. Kleurstofkorrels

Als je DNA oprolt krijg je .......

1. Chromosomen
2. DNA
3. Celkern
4. Plastiden

Waar in een plantencel zit het celmembraan?

1. Aan de buitenkant van het cytoplasma
2. Aan de buitenkant van de celwand
3. Aan de buitenkant tegen de celkern
4. Tegen de vacuole aan

In de stengels van een plant komen vaatbundels voor.
Komen vaatbundels ook in de wortels voor? En in de bladeren?

1. Alleen in de stengels en in de wortels komen vaatbundels voor.
2. In de stengels, in de wortels en in de bladeren komen vaatbundels voor
3. Alleen in de stengels en in de bladeren komen vaatbundels voor

Op het ..... staat het bouwplan van ons lichaam.

1. Chromosomen
2. DNA
3. Celkern
4. Plastiden

In een menselijk lichaam heb je altijd ...... chromosomen.

1. 35
2. 46
3. 48
4. 56

Welk onderdeel komt wel voor in een planten cel maar niet in een dierlijke cel?

1. Celwand
2. Celmembraan
3. Vacuole
4. Kern

Het DNA van een spiercel bevat ook informatie over je oogkleur

1. Waar
2. Niet waar

De longen zitten in de borst holte

1. Waar
2. Niet waar

De maag zit in de borst holte

1. Waar
2. Niet waar