What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
BS4: Translatie
Goedemorgen!
This is the place to
Bio
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Goedemorgen!
This is the place to
Bio
Slide 1 - Slide
Herhaling BS3
Je kunt beschrijven hoe
transcriptie
plaatsvindt.
Slide 2 - Slide
Eerst:
Herhalen
Omschrijf de stappen die je ziet in de afbeelding.
Slide 3 - Slide
Transcriptie vindt plaats langs welke DNA streng?
A
coderende streng
B
template streng
Slide 4 - Quiz
Met welk enzym begint transcriptie?
A
RNA polymerase
B
transcriptiefactoren
C
spliceosomen
D
DNA polymerase
Slide 5 - Quiz
Aan welke kant van het DNA molecuul bevindt zich het 5' uiteinde?
A
Bij B en D
B
Bij A en D
C
Bij A en C
D
Bij C en D
Slide 6 - Quiz
Transcriptie is het proces waarbij ... wordt omgezet in ...
A
DNA -> mRNA
B
mRNA -> eiwit
C
pre-mRNA -> mRNA
D
eiwit -> mRNA
Slide 7 - Quiz
Thema 4: DNA
Basisstof 4:
Translatie
Slide 8 - Slide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe
translatie
plaatsvindt.
Je kunt beschrijven hoe
eiwitsynthese
plaatsvind
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Enkele feiten
In mRNA zijn
4 verschillende stikstofbasen (A, U, C, G)
Voor één aminozuur worden drie opeenvolgende nucleotiden gebruikt (
triplet
of
codon
)
Genetische code
: de vertaling van nucleotidenvolgorde naar aminozuren met behulp van codons
mRNA wordt afgelezen van 5'- naar 3'-uiteinde
Elk eiwit start met het
startcodon
methionine
, op mRNA
AUG
5' naar 3'.
De codes UAA, UAG en UGA zijn
stopcodons
Slide 11 - Slide
Codon en drielettercodes
Codon
= triplet (3 basen bijv. ATT)
De synthese van een aminozuurketen begint altijd bij het ''start'' codon en stopt bij het ''stop'' codon.
Start codon is altijd
AUG,
er zijn meerdere stopcodonnen. Zoek eens een code op van een stop codon.
BINAS Tabel 71G
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
https:
Slide 14 - Link
tRNA
transferRNA: bindt aminozuren uit het cytoplasma en vervoeren ze naar een ribosoom
Enkelstrengs RNA-molecuul
CCA aan 3'-uiteinde kan aminozuur binden
Drie nucleotiden (onderin) vormen
anticodon
, binden aan codon mRNA
Slide 15 - Slide
tRNA
Bijvoorbeeld:
codon voor Serine = AGC,
worden gelezen door tRNA met
anticodon
UCG
Slide 16 - Slide
tRNA-molecuul
Slide 17 - Slide
www.bioplek.org
Slide 18 - Link
Ribosoom
twee delen
drie tRNA-bindingsplaatsen
mRNA-bindingsplaats
mRNA afgelezen van 5' naar 3'
A = Arrival
P = Placement
E = Exit
Slide 19 - Slide
DNA-replicatie
en
transcriptie
altijd van 3'
naar 5'- kant aflezen,
Translatie
is van 5' naar 3-kant aflezen!!
Slide 20 - Slide
Ribosomen
Slide 21 - Slide
Ribosoom
Slide 22 - Slide
Snel, veel eiwitten maken
Polyribosomen:
clusters van ribosomen
Release-factor
: bindt aan stopcodon in mRNA = loslaten aminozuurketen + ribosoom valt uiteen
Slide 23 - Slide
Polyribosoom
meerdere ribosomen binden hetzelfde mRNA
ribosoom klaar met translatie bij stopcodon, bindt direct weer bij startcodon
releasefactor zorgt dat aminozuurketen loslaat
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Eiwitten
Worden gemaakt door ribosomen
Eiwit gemaakt aan losse ribosomen voor cytoplasmale eiwitten
Ribosomen vast aan ER: ruw ER, voor eiwitten die later actief moeten worden
Uiteindelijke vorm van eiwitten in Golgisysteem of buiten de cel
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Eiwit: primaire structuur
=
1
2
Slide 29 - Slide
Eiwit:secundaire structuur
Slide 30 - Slide
Eiwit: tertiaire structuur
Slide 31 - Slide
Eiwit: quaternaire structuur
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Eiwitstructuur
Primaire
structuur: volgorde aminozuren
Secundaire
structuur: waterstofbruggen tussen NH en COOH groepen van verschillende aminozuren
Tertiaire
structuur: door o.a. waterstofbruggen en covalente bindingen tussen restgroepen van verschillende aminozuren (bv. zwavelbruggen)
Quaternaire
structuur: meerdere tertiaire structuren vormen samen een structuur (eventueel met mineralen).
Slide 34 - Slide
Transport van eiwit
Van ER snoeren blaasjes af
Deze gaan naar het
Golgi-systeem
Hier krijgen de eiwitten hun juiste vorm (er vinden nog kleine aanpassingen plaats (bijvoorbeeld glycosylering)
Van hier af transport naar juiste plek
Slide 35 - Slide
Eiwit uit cel
Moet eiwit uit de cel, dan versmelt blaasje met celmembraan.
Dit proces heet
exocytose
Gaat een eiwit van buiten naar binnen:
endocytose
Slide 36 - Slide
Aan de slag
Maken
Opdracht 44 t/m 53
Slide 37 - Slide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe
translatie
plaatsvindt.
Je kunt beschrijven hoe
eiwitsynthese
plaatsvind
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Heb je de leerdoelen onder de knie?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 40 - Poll
Waren er lastige onderdelen?
Of heb je nog vragen over bepaalde onderdelen?
Slide 41 - Open question
More lessons like this
17.3 transcriptie translatie dl1 voorbereiding
September 2023
- Lesson with
47 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
17.3 transcriptie translatie dl2 klassikaal
September 2023
- Lesson with
24 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel (deel 1)
September 2023
- Lesson with
45 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
June 2022
- Lesson with
36 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
4V 2.4 DNA: het besturingssysteem van de cel
May 2023
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2.4 DNA (deel 2) + 2.5 Celcyclus (deel 1)
September 2023
- Lesson with
40 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Paragraaf 10.4: Translatie en eiwtisynthese
December 2024
- Lesson with
20 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
BS4: Translatie en eiwitsynthese
February 2024
- Lesson with
23 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5