Week 44 Nederlands 2 G

Nederlands 2 G week 44
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 2 G week 44

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. Dit geldt ook voor je agenda!
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons/tablets niet toegestaan in de les, tenzij de docent het aangeeft.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 3 - Slide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 4 - Slide

Week 44  31 oktober t/m 4 november 2022
  • Lezen van boeken en lezen in de les
  • Spelling bespreken als de so's zijn ingehaald.
  •  ukjtr=> code LessonUp
  • Spoken word:   vrijdag 4/11 uitvoering
  • Woensdag 16/10 so fictie

Slide 5 - Slide




19 oktober: so fictie
Hoofdstuk
7, 8, 22, 23 en 37

Slide 6 - Slide

PTD rapportperiode 1 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
101
PW
Lezen + woordenschat en theorie lezen
45 min
3/afgerond
Nee
102
SO
Taalverzorging spelling)
45 min
1/afgerond
Nee
104
SO
Boekentoets (2 boeken)
45 min
1
Nee

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
Deze week:
  • wat perspectief is (herhaling) .
  • leer je wat het aspect tijd in boeken betekent.
  • leer je wat het aspect ruimte betekent.

Slide 8 - Slide

Boekenlijst 2 G
  • Dit schooljaar 4 boeken
  • Niveau => zie lijst. 2/3 (boek 1 en 2). Niveau 3 (boek 3 en 4). 12 t/m 15 jaar. Lezenvoordelijst.nl
  • Wil je een ander boek lezen, overleg met je docent Nederlands.








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 9 - Slide

Herhaling vorige week

Slide 10 - Slide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 11 - Slide

Weektaak 44 
Theorie Fictie

1. Maak leesmeters en zorg dat je je boeken zo snel mogelijk uitleest!
2. Herhaal hoofdstuk 8: perspectief
3. Lees de theorie op bladzijde 90.
4. Maak opdracht 1, 2 en 3 op bladzijde 90 en 9
5. Lees de theorie op bladzijde 94 en maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 94 en 95


Slide 12 - Slide

Herhaling perspectief (bladzijde 34)
Zie ook weektaken 35 t.m 37

WIE VERTELT HET VERHAAL?

Perspectief: het gezichtspunt waar vanuit je het verhaal leest.

Soorten perspectieven:
ik-verteller
personale verteller
auctoriale verteller

Slide 13 - Slide

Perspectief (bladzijde 34)
DE IK-VERTELLER

inzicht in eigen gedachten, niet die van anderen
één kant van het verhaal
onbetrouwbare verteller
meervoudig perspectief: meerdere ik-vertellers

Slide 14 - Slide

Perspectief (bladzijde 34)
DE PERSONALE VERTELLER

vanuit derde persoon (‘hij’ of ‘zij’) verteld
alleen inzicht in eigen belevingswereld
mogelijk meerdere vertellers




Slide 15 - Slide

Perspectief (bladzijde 34)
DE AUCTORIALE VERTELLER

alwetende verteller
hoort, ziet en weet alles van alle personages
kan vooruitblikken geven
kan lezer direct aanspreken en commentaar geven
is geen personage uit boek





Slide 16 - Slide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 17 - Slide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 18 - Slide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 19 - Slide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 20 - Slide

23. Ruimte

Slide 21 - Slide

23. Ruimte

Slide 22 - Slide

23. Ruimte

Slide 23 - Slide

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?

  • wat perspectief is (herhaling) .
  • leer je wat het aspect tijd in boeken betekent.
  • leer je wat het aspect ruimte betekent.

Slide 24 - Slide

Nakijken huiswerk
Week 44

Slide 25 - Slide

RTTI
R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van warenkennis, gereedschapskennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.

Slide 26 - Slide

1 = Toepassingsgericht 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.

Slide 27 - Slide

T2 = Toepassingsgericht 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.

Slide 28 - Slide

I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide