1. Bedenk wat jij leuk vindt en wat je goed kan.
Bijvoorbeeld een sport, een hobby, een schoolvak of iets heel anders.
Denk na over wat je kunt vertellen. Gebruik de vragen en schrijf de antwoorden op:
Kun je het laten zien of vertel je er alleen over?
Hoe lang doe jij dat al?
Hoe heb je het geleerd of van wie heb je het geleerd?
Hoeveel moet je ervoor oefenen?
Wat heb je nodig om het goed te doen?
Doe je die activiteit die je goed kan samen of alleen?