Voorbereiding op de toetsweek 1V_H6

H6 Je groene omgeving
Deze les: 
- Kennis check H6 (herhalen leerdoelen + quiz-vragen)
- Leren voor de toetsweek

Huiswerk: 
- Leren voor de toetsweek!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H6 Je groene omgeving
Deze les: 
- Kennis check H6 (herhalen leerdoelen + quiz-vragen)
- Leren voor de toetsweek

Huiswerk: 
- Leren voor de toetsweek!

Slide 1 - Slide

6.1: Organismen indelen
- Je kunt de vier rijken noemen waarin organismen worden ingedeeld

- Je kunt uitleggen hoe de vier rijken verder zijn ingedeeld in groepen

- Je kunt uitleggen hoe organismen een naam krijgen

- Je kunt de onderdelen van cellen van de 4 rijken benoemen

Slide 2 - Slide

Organismen worden onderverdeeld in rijken. Noem de vier rijken.

Slide 3 - Open question

Organismen behoren tot dezelfde soort ....
A
Als ze op elkaar lijken
B
Als ze zich onderling kunnen voortplanten
C
Als ze op elkaar lijken en zich onderling kunnen voortplanten
D
Als ze zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Slide 4 - Quiz

Sciurus vulgaris en Scurius carolinensis zijn beiden eekhoorns.
a. Behoren ze tot dezelfde soort?
b. Wat geeft de eerste naam aan?
A
ja; geslachtsnaam
B
nee; geslachtsnaam
C
ja; soortaanduiding
D
nee; soortaanduiding

Slide 5 - Quiz

Welke cel heeft geen celkern?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

p6.2: Biotoop onder de loep
- Je kunt uitleggen hoe leefomstandigheden in een bepaald gebied kunnen verschillen
- Je kunt factoren uit de omgeving noemen die invloed hebben op organismen
- Je kunt uitleggen dat elke soort een eigen leefomgeving heeft
- Je kunt uitleggen hoe planten en dieren samenleven in een gebied
- Je kunt uitleggen hoe een gebied natuurlijker en soortenrijker wordt.

Slide 7 - Slide

Een biotoop is
A
Een groep organismen die tot dezelfde soort behoren.
B
Een reeks organismen die van elkaar leven.
C
Gebied met de beste leefomstandigheden voor een organisme.
D
Een aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn.

Slide 8 - Quiz

Wat is een levensgemeenschap?
A
alle organismen die samen in een biotoop leven
B
de plek waar bijv. een familie konijnen woont
C
De plek in bijv. een boom waar een specht leeft
D
een plek waar mensen bij elkaar komen

Slide 9 - Quiz

Hieronder staan vier beweringen.
Welke bewering is juist?
A
Een habitat bestaat uit verschillende biosferen
B
Elk habitat heeft zijn eigen abiotische en biotische factoren
C
Een plekje onder een waterlelie is een voorbeeld van een populatie
D
In het habitat van pissebedden komt veel zonlicht.

Slide 10 - Quiz

Wat is biodiversiteit?
A
het aantal oorspronkelijke plantensoorten
B
het aantal oorspronkelijke diersoorten
C
de variatie aan soorten in de natuur
D
het verdwijnen van soorten in de natuur

Slide 11 - Quiz

p6.3: Eten of gegeten worden
- Je kunt uitleggen hoe planten aan voedingsstoffen komen.
- Je kunt dieren indelen in groepen naar wat ze eten
- Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en in een voedselweb
- Je kunt uitleggen hoe in een voedselketen het aantal organismen afneemt.
- Je kunt uitleggen waardoor in een voedselketen de hoeveelheid voedsel afneemt.

Slide 12 - Slide

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 13 - Quiz

a. welke organismen staan altijd aan het begin van een voedselketen
b. waarom is dat?

Slide 14 - Open question

Enkele dieren zijn:

Rups - Koolmees - Havik - Slaplant

Welke voedselketen is juist?

A
Slaplant --> Koolmees --> Rups --> Havik
B
Rups --> Koolmees --> Havik --> Slaplant
C
Rups --> Koolmees --> Havik --> Slaplant
D
Slaplant --> Rups --> Koolmees --> Havik

Slide 15 - Quiz

Hoe hoger je komt in de piramide van gewicht/biomassa, hoe kleiner de laag is. Waar gaat al dat gewicht/biomassa naartoe?

Slide 16 - Open question

p6.4: Een kringloop

- Je kunt uitleggen hoe in de voedselkringloop natuurlijk afval verandert in voedingstoffen voor planten.
- Je kunt uitleggen dat ieder organisme een eigen taak heeft in de voedselkringloop.
- Je kunt uitleggen wat er gebeurt als de voedselkringloop wordt verbroken.

Slide 17 - Slide

Welk groep organismen ontbreekt op de plaats van de vraagtekens?

Slide 18 - Open question

Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 19 - Quiz

Reducenten zijn ...
A
Bacteriën en schimmels
B
Planten
C
Insecten
D
Afvaleters

Slide 20 - Quiz

Bosbeheer gaat over hoe we met een bos omgaan. Wat je wilt bereiken is een gezonde voedselkringloop. Dat is best lastig, je kunt namelijk van alles wel of juist niet doen....

Kies het juiste antwoord hieronder.



A
de dode bladeren weghalen is schadelijk voor de bodem
B
de afvaleters weghalen is een goed idee
C
dode bomen moet je altijd verwijderen

Slide 21 - Quiz

Wat is de goede volgorde van de afbraak van afval van planten en dieren?
A
afval > strooisel > mineralen > humus
B
afval > humus > mineralen > strooisel
C
afval > strooisel > humus > mineralen
D
afval > mineralen > humus > strooisel

Slide 22 - Quiz

Voorbereiding toetsweek!

Slide 23 - Slide

Stap 1: voorbereiding
  • Huiswerk maken en nakijken (via Classroom) 
  • Begrippenlijst maken van de dikgedrukte woorden
  • Samenvatting maken
  • Vergeet de plaatjes niet te leren/gebruiken!

Slide 24 - Slide

Stap 2: leren
Heel erg vaak herhalen van de lesstof!
  • Vraag iemand je te overhoren
  • Begrippen leren met quizlet of flashcards
  • Een mindmap maken van je samenvatting

Slide 25 - Slide

Stap 3: oefenen!
  • Test jezelf (achteraan het hoofdstuk in het boek) 
  • Online oefenen toets Nectar
  • Biologiepagina.nl (klik op het kopje 'oefenen') 


Slide 26 - Slide

H6 Je groene omgeving
Deze les: 
- Kennis check H5 en H6
- Vragenspel bij H5 en H6
- Hoe moet je leren voor biologie?

Huiswerk: 
- Leren voor de toetsweek!

Slide 27 - Slide