Thema 4.1 Indelen van Organismen GL

Ordening en evolutie
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ordening en evolutie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- Weet je op basis waarvan organismen geordend worden
- Weet je in welke 4 rijken organismen worden ingedeeld en welke kenmerken hierbij belangrijk zijn
- Ken je de indeling van organismen in steeds kleinere groepen
- Weet je wat een soort is en wat een ras is

Slide 2 - Slide

Wat weet je van ordening?

Slide 3 - Mind map

Indeling organismen

-Geordend op overeenkomstige kenmerken


Eerste deling: Domeinen
-Archaea (eencelligen: lijken op bacteriën maar hebben bijzondere eigenschappen)
-Eukaryoten (meercelligen: planten, dieren, schimmels en protisten)
-Bacteriën (eencelligen)


Slide 4 - Slide

Ordenen 
Ordenen is het indelen van organismen in groepen

Daarbij wordt gelet op gemeenschappelijke kenmerken.

Je kan organismen onderverdelen in steeds kleinere groepen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

RIJK + STAM

Slide 7 - Slide

RIJK + STAM + KLASSE

Slide 8 - Slide

RIJK + STAM + KLASSE + ORDE

Slide 9 - Slide

RIJK + STAM + KLASSE + ORDE + FAMILIE

Slide 10 - Slide

RIJK + STAM + KLASSE + ORDE + FAMILIE + SOORT

Slide 11 - Slide

Indeling van alle organismen
  • Domein:                              EUKARYOTEN
  • RIJK :                                    DIERENRIJK
  • STAM :                                 GEWERVELDE DIEREN
  • KLASSE:                              ZOOGDIEREN
  • ORDE:                                   PRIMATEN
  • FAMILIE:                              HOMINIDAE
  • GESLACHT:                        HOMO
  • SOORT:                                HOMO SAPIENS

Slide 12 - Slide

De Repetitie ScheiKunde OF GeSchiedenis

Slide 13 - Slide

Rijken 
Alle Eukaryoten kan je onderverdelen in vier rijken:
1. Schimmels
2. Planten 
3. Dieren
4. Protisten (eencellige organismen)

Slide 14 - Slide

planten
dieren
schimmels
Protist

Slide 15 - Drag question

Organismen worden ingedeeld in rijken door te kijken naar:
 4 kenmerken

1. aantal cellen
2. een celkern
3. celwand
4. bladgroenkorrels

Slide 16 - Slide

Heeft een plantencel een celkern, celwand en/of bladgroenkorrels?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
een plant heeft alledrie

Slide 17 - Quiz

plantencel

Slide 18 - Slide

Heeft een dierlijke cel een celkern, celwand en/of bladgroenkorrels?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
celkern en celwand

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Schimmel

Slide 21 - Slide

Bacterie

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Soort en Ras
Organismen behoren tot dezelfde soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen.

Individuen van 1 soort kunnen tot verschillende rassen behoren: de Labrador en de Poedel zijn beide hondenrassen en behoren tot dezelfde soort, namelijk de hond.

Slide 24 - Slide

Dezelfde soort?
muilezel
ma ezel pa paard
muildier
ma paard pa ezel

Slide 25 - Slide

Afrikaanse olifant
Indische olifant
Dezelfde soort?

Slide 26 - Slide

Dezelfde soort?
hetzelfde ras

Slide 27 - Slide

 De nakomelingen zijn onvruchtbaar.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

8. Zet de groepen in de juiste volgorde. Boven in de grootste en onderin de kleinste. Onderras komt helemaal onderaan
soort 
ondersoort (ras)
geslacht
familie
orde
klasse
stam
rijk
domein

Slide 30 - Drag question

Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
Ordening (of ordenen)

Slide 31 - Quiz

Naar welke kenmerken (op cel niveau) kijken we als we indelen op bacteriën, schimmels, planten en dieren?

Slide 32 - Open question

Welke celkenmerken komen voor bij de cellen van een dier?
A
Celwand en celkern
B
Bladgroenkorrels, celwand en celkern
C
Celwand
D
Celkern

Slide 33 - Quiz

Welke celkenmerken komen voor bij de cellen van een plant?
A
Celwand en bladgroenkorrels
B
Celwand, celkern en bladgroenkorrels
C
Celkern en bladgroenkorrels
D
Celwand en celkern

Slide 34 - Quiz

Wanneer behoren organismes tot 1 soort?
A
Als ze er het zelfde uitzien.
B
Als ze het zelfde DNA hebben.
C
Als ze vruchtbare nakomelingen krijgen
D
Als ze zich kunnen voortplanten.

Slide 35 - Quiz

Huiswerk
Maken basisstof 1 van het hoofdstuk 4 Ordening en Evolutie.

Slide 36 - Slide