AK herh 1.3 en intro 1.4 TH 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Oefentoetsje 1.3

Check hiermee of je de leerdoelen van 1.3 hebt gehaald

'De laag van gesmolten steen onder de aardkorst' noemen we

'Dik, stroperig, vloeibaar gesteente in de aardmantel' noemen we

'De plaats waar magma uit de aardkorst komt' noemen we

'Plek onder de vulkaan waar veel magma zit' noemen we

'De schil van harde steen rond de aarde waarop land en zee liggen' noemen we

'Magma dat buiten de aardkorst is gekomen' noemen we

'Het gat in de aardkorst waardoor de lava naar buiten komt' noemen we

Noem één gevolg van een vulkaanuitbarsting.

Je kunt uitleggen hoe een vulkaan werkt en wat de gevolgen van vulkaanuitbarstingen kunnen zijn.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Vulkanen ontstaan door

1. platen die naar elkaar toe bewegen
2. platen die uit elkaar bewegen
3. platen die langs elkaar bewegen
4. de bewegingen van A, B en C

wel vulkaan: platen uit elkaar

Geen vulkaan

wel vulkaan, platen botsen

In welke oceaan ligt de
midoceanische rug?

1. Grote oceaan
2. Stille oceaan
3. Atlantische oceaan
4. Pacifische oceaan

De midoceanische rug ontstaat door

1. platen die naar elkaar toe bewegen
2. platen die uit elkaar bewegen
3. platen die langs elkaar bewegen
4. de bewegingen van 1, 2 en 3

Je kunt uitleggen waar vulkanen voorkomen en waarom dat daar is.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Maak één foto waar zowel opdracht 6c als figuur 7 (blz. 13 wb) op staan!

Je kunt een doorsnede-tekening van een vulkaan maken.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Introductie 1.4

Een korte kennismaking met de nieuwe paragraaf

Je kunt uitleggen hoe je in de ondergrond van Nederland kunt zien dat ons land zich verplaatst heeft op de aarde.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Je kunt uitleggen hoe we weten dat Nederland niet altijd op dezelfde plek heeft gelegen.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel

Je kunt op een wereldkaart aanwijzen waar Nederland in het verre verleden op de wereldbol lag.

1. ja kan ik al
2. nee kan ik nog niet
3. kan ik al meer wel dan nog niet
4. kan ik meer nog niet dan al wel