Communicatie MGV les 3

Communicatie
Periode 7
Motiverende 
Gespreksvoering
1 / 44
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Communicatie
Periode 7
Motiverende 
Gespreksvoering

Slide 1 - Slide

Les 3 Motiverende gespreksvoering
Herhaling les 2: Open vragen , Gesloten vragen, reflectief luisteren, ambivalent en reparatie reflex.


Slide 2 - Slide

6

Slide 3 - Video

12:42
Wat is ambivalentie
Een gevoel van Twijfel, een (dubbel)gevoel hebben. 
Aan de ene kant bevalt je de gewoonte prima en aan de ander kant weet je dat het niet werkt, ongezond is, je omgeving er last van heeft etc..

Slide 4 - Slide

13:08
Dilemma voorkomt verandering
Men is niet Besluitvaardig en Daadkrachtig genoeg, 
dit zijn juist elementen die nodig zijn om te veranderen

Slide 5 - Slide

16:04
welke gewoonte wil jij veranderen?

Slide 6 - Slide

19:13
Reparatiereflex
Verbeter-reflex 

Slide 7 - Slide

19:13
Reparatiereflex
Verbeter-reflex 

Slide 8 - Slide

36:45
Verandertaal hoe doe je dat?

Slide 9 - Slide

waar staat MVG voor in dit vak?
A
methode van geruststellen
B
methodiek van grenzen stellen
C
motiverende gespreksvoering
D
met vriendelijke groet

Slide 10 - Quiz

Raad wie ik ben?

Een student neemt een bekend persoon in gedachten.
Eerst gesloten vragen stellen. 
Nog een keer maar dan met open vragen. Wat is het verschil?

Slide 11 - Slide

welke van de onderstaande vragen zijn open vragen?
A
Hoeveel kost een brood?
B
wat heb je maandag op je stage gedaan?
C
Welke ideeen heb jij voor dit project?
D
Hoe komt het je niet op tijd in de les was?

Slide 12 - Quiz

Welke van de onderstaande vragen zijn gesloten vragen
A
Wat ga je doen in de voorjaarsvakantie?
B
Heb je een broer?
C
Is dat jouw zus?
D
Heb je een rijbewijs?

Slide 13 - Quiz

Welke drie motivaties heb je?

Slide 14 - Open question

Waarom is het vinden van intrinsieke motivatie belangrijk?

Slide 15 - Open question

Wat is ambivalent?
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd
C
Je twijfelt aan je gewoonte. Zal ik wel of niet aanpakken.
D
niemand kan je tegenhouden je doel te bereiken.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Link

Welke vormen van slecht luisteren zie je vooral in het volgende filmpje?
schrijf ze op een blaadje

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Reflectief luisteren
A
Als ik het goed begrijp....
B
kort samenvatten gevoel van diegene in je eigen woorden vertellen
C
suggestieve vragen stellen
D
papegaaien

Slide 20 - Quiz

wat zijn 7 vaardigheden om goed te kunnen luisteren

Slide 21 - Open question

Reparatiereflex
Verbeter-reflex 

Slide 22 - Slide

Nog een keertje : oefening 2 tallen
Kies je rol van coach of client
Kies een gewoonte die je wilt veranderen
coach gebruikt de reparatiereflex=verbeter-reflex

Slide 23 - Slide

Nog een keertje : oefening 2 tallen
Kies je rol van coach of client
Kies een gewoonte die je wilt veranderen
coach gebruikt de reparatiereflex=verbeter-reflex

Slide 24 - Slide

Voer nu weer gesprek over dezelfde gewoonte
Als coach stel je je Nieuwsgierig op
en ga in gesprek met je client op het zelfde onderwerp

Slide 25 - Slide


In duo’s of klassikaal docent en leerling
Oefenen
Eentje vertelt, de ander luistert. 
Neem een ruimte in je huis in gedachten. Vertel hoe die ruimte eruit ziet. De ander vertelt het na. Wisselen. Hoe ging dat? 

Slide 26 - Slide

In duo’s
Neem een situatie in gedachten die je hebt meegemaakt. 

Bijvoorbeeld in het verkeer of op straat of in een winkel. Niet te groot (1 min). De ander geeft een reflectie. Bespreek samen de reflectie. Wissel.


Slide 27 - Slide

Oh ja.... wat was reflectief luisteren ook alweer?
Reflectief luisteren is beredeneerd gissen naar wat iemand bedoelt, en dit als een soort samenvatting op een stellende manier terug geven. Een voorbeeld.

Coachee: "Het wordt voor mij steeds moeilijker. M'n werk verandert, m'n collega's veranderen, ik krijg een andere baas, en ik moet naar een ander kantoor. Ik hou dat gewoon niet vol!"

Reflectie: "De veranderingen gaan in zo'n hoog tempo dat het voor jou niet meer bij te houden is." Of: "Je verlangt naar rust, naar stabiliteit."


Slide 28 - Slide

Reflectief luisteren
Eigenlijk heel kort samenvatten wat de ander zei in je eigen woorden.
 Waarom doen we het: zodat de ander Merkt dat we hem begrijpen en we kunnen checken of we de ander goed begrepen hebben.
 

VOORBEELD
Client: ‘Er is eigenlijk niemand waarmee ik hierover kan praten’
Reflectie: ‘dat moet heel eenzaam voor je zijn’

Iemand zegt: “Wat een gedoe vanmorgen. Dikke file. Er was geen doorkomen aan. Ik zat me op te vreten in de auto, want ik had een belangrijke afspraak. Door de file kwam ik te laat.”
Reflectie: “Je baalt ervan dat dat je je belangrijke afspraak miste.”

Slide 29 - Slide

De kenmerken van een reflecterend luisteren  zijn:

1. Een selectief soort samenvatting
2. Stellend (geen vraag)
3. Kort (to the point)
4. Neutraal (jouw mening doet er nu niet toe)



Slide 30 - Slide

Een reflectie begint NIET met de volgende zinnen.
Het zijn zinnen die weinig toevoegen, die een onnatuurlijke pseudotherapeutische indruk wekken, en die in het slechtste geval bedoeld zijn om de ander het gevoel te geven "ik pak je met je eigen woorden".
 

"Ik hoor je zeggen dat..."
"Als ik je goed begrijp..."

Slide 31 - Slide

Beslissingsweegschaal
Wat zijn voor-en nadelen van zijn huidige situatie, 
EN
wat zijn voor- en nadelen wanneer diegene de situatie gaat veranderen

Slide 32 - Slide

CASUS Abdel
Oefenen met Casus Abdel
Abdel is 13 jaar. Hij zit op het Montaigne-College, 2de klas vmbo-tl. Abdel heeft veel vrienden en geeft aan dat hij het op school naar zijn zin heeft. Zijn resultaten vallen echter tegen. Als Abdel zijn cijfers niet ophaalt stroomt hij aankomend schooljaar af naar vmbo-kader.
De klassenmentor van Abdel denkt, dat hij het niveau wel aankan. Hij doet zijn huiswerk niet of slordig en bereidt zich niet goed voor op de toetsen.
Abdel bezoekt in zijn vrije tijd jongerencentrum “t Plekkie. De jongerenwerker gaat met Abdel in gesprek om hem te motiveren om zich meer in te spannen om te voorkomen dat hij afstroomt. Hij zou dan in een andere klas terecht komen, zijn ouders zijn zeker niet blij als hij op een lager niveau zijn opleiding moet vervolgen en zijn vrienden zitten allemaal op VMBO-tl

Slide 33 - Slide

Opdracht Beslissingsweegschaal 
1. Maak 2  beslissingsweegschalen voor Abdel.  1 voor de huidige situatie en 1 voor de situatie waarin hij wel zijn schoolwerk gaat doen

A) Wat zijn voor-en nadelen van zijn huidige situatie

B) wat zijn voor- en nadelen van de situatie waarin hij wel het schoolwerk zou gaan doen.


Slide 34 - Slide

Welke open vragen zou je kunnen stellen aan Abdel a.d.h.v. de beslissingsweegschaal?

Slide 35 - Slide

Wat is verandertaal ookalweer?

Slide 36 - Open question

Verandertaal
Alles dat je gesprekpartner zegt dat pleit voor verandering (of tegen de huidige situatie).


Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

filmpjes motiverende gespreksvoering
Er volgen nu een 2 tal filmpjes over hoe een motiverende gespreksvoering wordt gevoerd
 en 2 filmpjes over wat MVG is

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

4 uitgangspunten van Motiverende Gespreksvoering

1 .Partnerschap: vanuit werkelijk gelijkwaardigheid werken cliënt en hulpverlener met elkaar samen.
2. Acceptatie: de accepterende houding van de hulpverlener probeert de autonomie van de cliënt op volledige sterkte te laten functioneren.
3. Compassie: de hulpverlener doet alles om de belangen en het welzijn van de cliënt zo optimaal mogelijk te dienen
4. Ontlokken: de hulpverlener probeert doelgericht gedachten en gevoelens van de cliënt te onderzoeken en te begrijpen ten einde samen met de cliënt zijn intrinsieke motivatie (zijn doelen, wensen, verwachtingen en beweegredenen) te ontdekken en te versterken.


Slide 41 - Slide

4 Processen MGV

1. Engageren doelt op de relatie en het vertrouwen dat cliënt en hulpverlener in elkaar stellen.

Het 2e proces, focussen, impliceert dat richting en doel ontstaat in het gesprek.

In het 3e proces, ontlokken, wordt de intrinsieke motivatie van de cliënt gezocht en geëxploreerd
.
Door het proces van plannen (4e proces) realiseert de hulpverlener samen met de cliënt uiteindelijk de transfer naar uiteindelijk gedrag. Bijvoorbeeld door een plan van aanpak op te stellen, 

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video