Communicatie MGV les 4

Communicatie
Periode 6
Motiverende 
Gespreksvoering
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Communicatie
Periode 6
Motiverende 
Gespreksvoering

Slide 1 - Slide

Beslissingsweegschaal
Wat zijn voor-en nadelen van zijn huidige situatie, 
EN
wat zijn voor- en nadelen van de situatie als men deze gaat veranderen

Slide 2 - Slide

Les 4 Motiverende gespreksvoering
Herhaling les 3 , Reparartiereflex of Verbeter-reflex
en Verandertaal(les 4)


Slide 3 - Slide

Nog een keertje: Maak een beslissingsweegschaal
Denk goed na over een gewoonte, waarvan je weet dat je die eigenlijk beter kan veranderen.

Maak 2 weegschalen. 1 van de huidige situatie en een voor de 2e situatie waarin je de gewoonte gaan aanpakken.

schrijf de voor-en nadelen van elke situatie op.

Slide 4 - Slide

Verandertaal
Alles dat je gesprekpartner zegt dat pleit voor verandering (of tegen de huidige situatie). Hoe hij iets Ziet, Wil, Wat de noodzaak is etc.



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

4 soorten Verandertaal

Slide 9 - Slide

Bekijk alle zinnen en bedenk welke soort verandertaal het is:


1. Ik denk dat ik mijn administratie wel zelf kan bijhouden.

2. Als ik zo doorga, krijg ik steeds meer astma aanvallen

3. Ik zou zo graag eens leuke kleren willen kopen

4. Wat zou het fijn zijn als ik me niet elke dag zorgen hoefde te maken

5. Ik kan natuurlijk een boodschappenlijstje maken als ik naar de winkel gaan.




Slide 10 - Slide

Oefening (in drietallen en klassikaal)
1. Eentje neemt een situatie in gedachten die hij of zij wil veranderen, maar dat lukt op dit moment niet zo best. Denk aan: meer opruimen, minder geld uitgeven aan kleding, vaker sporten etc.
Een ander is de coach: die gaat open vragen stellen (minimaal 5). Probeer ook een reflectie te geven.
De 3e persoon observeert en noteert de verandertaal. (taal coachee)

(Optie) 2. Wisselen van rollen zodat iedereen aan de beurt komt.

3. Zet nu alle verandertaal die je hebt gehoord in jullie gesprekken op een groot vel of vertel het in de les

(Optie)4. Geef je vel aan een ander trio en benoem de soort verandertaal.


Slide 11 - Slide

Nabespreken:
Verandertaal herkennen: was het moeilijk of makkelijk? Geef er een cijfer voor op een schaal van 0 -10. Waarom geef je dit cijfer?

Bespreken resultaten:

Wat het vaak moeilijk maakt om verandertaal te herkennen is dat degene met wie je praat in een zin ook weer opnoemt waarom het toch niet kan. Bijvoorbeeld:
“ Ik zou wel een boodschappenlijstje kunnen maken voor “gezonde” boodschappen, maar dat wordt toch niks want zo’n briefje raak ik altijd kwijt”.
Dus in 1 zin geeft je gesprekspartner aan dat hij of zij ambivalent is. Ik wil het wel, maar het lukt toch niet. Achter de verandertaal komt dan “Maar…..”


Slide 12 - Slide

Afsluiting
Verandertaal: 

We hebben besproken wat het is en welke soorten er zijn. De volgende keer gaan we oefenen met verandertaal “ontlokken”. Dus niet alleen nieuwsgierig zijn, maar vragen stellen waardoor de ander verandertaal gaat gebruiken.



Slide 13 - Slide

Stappen binnen MVG
We hebben 
nu de eerste 2 stappen gezet
Engageren oftewel (nader tot elkaar komen/werken aan de relatie..luisteren) en Focussen (wat is richting en doel), 

3e stap Ontlokken (wordt de intrinsieke motivatie van de cliënt gezocht en geëxploreerd). 4e stap Plannen (realiseert de hulpverlener samen met de cliënt uiteindelijk de transfer naar uiteindelijk gedrag)

Slide 14 - Slide

Filmpje
Over motiverende gespreksvoering en verandertaal

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video