Les 3.2 (1) Samenstelling en concentratie

Les 3.2 Samenstelling en concentratie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 3.2 Samenstelling en concentratie

Slide 1 - Slide

Planning
  • Nakijken 4, 6 t/m 10 (vanaf blz 139)
  • 3.2 Samenstelling en concentratie
  • Maken opgaven 
  • Nakijken opgaven

Slide 2 - Slide

Nakijken: 4, 6 t/m 10 (vanaf blz 139)

Slide 3 - Slide

4
  • A en B

Slide 4 - Slide

6
  • a. Heterogeen
  • b. Homogeen
  • c. Suspensie
  • d. Oplossing

Slide 5 - Slide

7
  • Kleur

Slide 6 - Slide

8
  • IJzer wordt gescheiden doordat het magnetisch is, en de rest van het afval niet.

Slide 7 - Slide

9
  • De inhoud van het linker bekerglas is helder: het is een homogeen mengsel.
  • In het rechter bekerglas zie je duidelijk dat er twee stoffen zijn gemengd.
  • Dit is een heterogeen mengsel.

Slide 8 - Slide

10
  • Er is geen sprake van een scheiding. De eerste stof is een zuivere stof (kan je dus niet scheiden). 
  • Dit is een chemische reactie.

Slide 9 - Slide

Leerdoelen 3.2 massapercentage
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan de concentratie van een stof.
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan het massapercentage van een stof.
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan het volumepercentage van een stof.

Slide 10 - Slide

Op een pak appelsap staat dat er 11 g suiker in 100 mL is opgelost.  In een normaal drinkglas schenk je meestal 250 mL. Hoeveel suiker drink je dan? 

Slide 11 - Slide

Massapercentage: hoeveel zout zit er in chips? 

  • Je spreekt dan van gehalte en je schrijft dat op als massapercentage
  • Op verpakkingen staat het gehalte meestal als aantal gram per 100 gram, maar dat komt overeen met het massa%. 
  • Het massapercentage zout in chips is 1,46%

Slide 12 - Slide

Wat is het massapercentage suiker in deze chocoladereep?
A
64%
B
18%
C
16%
D
6%

Slide 13 - Quiz

Wat is het massapercentage vet in de pot pindakaas?
A
7,9%
B
53g
C
53%
D
11%

Slide 14 - Quiz

VOORBEELDOPDRACHT 1
Een portie chocolade weegt 16,7 g. Deze portie bevat 4,3 g vet. Wat is het vetgehalte van de chocolade?

Slide 15 - Slide

Massapercentage


Met daarbij:
• het massapercentage in procent (%);
• de massa van de stof en de massa van het mengsel in dezelfde eenheid (of g, of mg, of kg)

Slide 16 - Slide

Massapercentage

Slide 17 - Slide

VOORBEELDOPDRACHT 1
Een portie chocolade weegt 16,7 g. Deze portie bevat 4,3 g vet. Wat is het vetgehalte van de chocolade?

Slide 18 - Slide

VOORBEELDOPDRACHT 2
Een zak met 0,225 kg chips bevat 2,7 g zout.
Bereken met de formule het massapercentage zout in deze chips.

Slide 19 - Slide

Massapercentage


Met daarbij:
• het volumepercentage in procent (%);
• het volume van de stof en het volume van het mengsel in dezelfde eenheid (of L of mL)

Slide 20 - Slide

volumepercentage

Slide 21 - Slide

VOORBEELDOPDRACHT 3
Een fles wijn bevat 0,70 L rode wijn. In die fles zit 91 mL alcohol. Bereken het volumepercentage van alcohol van de rode wijn.

Slide 22 - Slide

VOORBEELDOPDRACHT 4
Een volwassene heeft een gemiddelde longinhoud (hoeveelheid lucht in de longen) van 7,0 L.
Hoeveel liter zuurstof is er dan in de longen aanwezig? (er is 21% zuurstof in de lucht aanwezig)

Slide 23 - Slide

VOORBEELDOPDRACHT 5
Een man van 80 kg mag maximaal 36 mL alcohol nuttigen voordat hij in de auto stapt.
Een glas bier (250 mL) bevat 5,0 vol.% alcohol.
Hoeveel glazen bier mag de man dan drinken?

Slide 24 - Slide

Berekenen concentratie
bereken de concentratie in g/L
g/L is letterlijk (aantal) gram delen door (aantal) liter

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Maken opgave 2 en 3 
(vanaf blz 147)

Slide 27 - Slide