4.8 spelling

4.8 spelling
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd kunnen vervoegen 
Leerdoel:
Dicteewoorden - schrijfwijze leren
Leerdoel:
Meervoud van zelfstandige naamwoorden


Planning:
Terughalen: kennis ww-spelling

instructie: lesstof en vragen beantwoorden

zw: maken opdrachten en verlengde instructie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

4.8 spelling
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd kunnen vervoegen 
Leerdoel:
Dicteewoorden - schrijfwijze leren
Leerdoel:
Meervoud van zelfstandige naamwoorden


Planning:
Terughalen: kennis ww-spelling

instructie: lesstof en vragen beantwoorden

zw: maken opdrachten en verlengde instructie

Slide 1 - Slide

4.8 spelling terughalen kennis
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd kunnen vervoegen 
Leerdoel:
Dicteewoorden - schrijfwijze leren
Leerdoel:
Meervoud van zelfstandige naamwoorden


Planning:
Terughalen: kennis ww-spelling

instructie: lesstof en vragen beantwoorden

zw: maken opdrachten en verlengde instructie
  • Hoe vervoeg je de werkwoorden in de TT?
  • Wat zijn sterke werkwoorden?
  • Wat zijn zwakke werkwoorden? 

Slide 2 - Slide

4.8 spelling uitleg zwakke ww
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd kunnen vervoegen 
Leerdoel:
Dicteewoorden - schrijfwijze leren
Leerdoel:
Meervoud van zelfstandige naamwoorden


Planning:
Terughalen: kennis ww-spelling

instructie: lesstof en vragen beantwoorden

zw: maken opdrachten en verlengde instructie
Veel werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank. We noemen dit zwakke werkwoorden of regelmatige werkwoorden. Ze krijgen na de ik-vorm de uitgang -te of -de in het enkelvoud en -ten of -den in het meervoud.


Je gebruikt de uitgang -te(n) als de stam (= het hele werkwoord zonder -en) eindigt op de medeklinkers -t, -k, -f, -s, -ch, -p of -x.
Deze letters onthoud je met het woord: ’T KoFSCHiP X. Alle andere zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd -de(n).

Slide 3 - Slide

Werkwoorden in de verleden tijd 
Planning:
Terughalen: kennis ww-spelling

instructie: lesstof en vragen beantwoorden

zw: maken opdrachten en verlengde instructie
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd kunnen vervoegen 
Leerdoel:
Dicteewoorden - schrijfwijze leren
Leerdoel:
Meervoud van zelfstandige naamwoorden


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Eerst (vertellen) hij een verhaal en daarna (controleren) hij het huiswerk.

Slide 6 - Open question

De docent (leggen) het uit, en toen (snappen) iedereen het.

Slide 7 - Open question

4.8 spelling meervoud ZN
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd kunnen vervoegen 
Leerdoel:
Dicteewoorden - schrijfwijze leren
Leerdoel:
Meervoud van zelfstandige naamwoorden


Planning:
Terughalen: kennis ww-spelling

instructie: lesstof en vragen beantwoorden

zw: maken opdrachten en verlengde instructie
Je hebt geleerd dat je het meervoud kan maken door -en, -s of -’s achter het zelfstandig naamwoord te zetten: leeuwen, ouders, hobby’s. Maar er zijn nog meer manieren om het meervoud te maken.
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ee
Deze woorden krijgen in het meervoud -ën: zee – zeeën; idee – ideeën.

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie
• Als de klemtoon op de laatste lettergreep met -ie ligt, schrijf je -ën achter het enkelvoud:
melodie – melodieën; knie - knieën.
• Als de klemtoon niet op de lettergreep met -ie ligt, schrijf je - ̈n achter het enkelvoud:
provincie – provinciën; bacterie – bacteriën.
Opmerkingen:
1 Twee puntjes op een letter (bijvoorbeeld op de -ë) wordt een trema genoemd.
2 Vaak mag het meervoud ook met -s: provincies. Twijfel je of weet je het niet? Zoek het dan op in een (online) woordenboek. Het meervoud staat achter het woord. 

Slide 8 - Slide

Wat is het meervoud van melodie?
A
Melodieën
B
Melodiën

Slide 9 - Quiz

Als een zelfstandig naamwoord eindigt op -ie, komt er in het meervoud -ën achter als de klemtoon wel/niet op -ie valt.
A
wel
B
niet

Slide 10 - Quiz

Wat is het meervoud van 'categorie'?
A
categories
B
categoriën
C
categorieën
D
categorien

Slide 11 - Quiz

Meervoud van zee?
A
zees
B
zeeën
C
zeën

Slide 12 - Quiz

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?
A
Democratieën
B
Categorieën
C
Kolonieën
D
Knieën

Slide 13 - Quiz

opdracht 
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd: 
  • Maak opdracht 1,3,4,5 en 6 (zwakke werkwoorden
Leerdoel: 
Dicteewoorden
  • maak opdracht 15
Leerdoel: 
Meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • maak 9,10,11 en 12
Klaar: maak opdracht 14 en 16

Slide 14 - Slide

4.8 spelling ZW en verlengde instructie
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd kunnen vervoegen 
Leerdoel:
Dicteewoorden - schrijfwijze leren
Leerdoel:
Meervoud van zelfstandige naamwoorden


Planning:
Terughalen: kennis ww-spelling

instructie: lesstof en vragen beantwoorden

zw: maken opdrachten en verlengde instructie
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd:
Maak opdracht 1,3,4,5 en 6 (zwakke werkwoorden)

Leerdoel:
Dicteewoorden
maak opdracht 15

Leerdoel:
Meervoud van zelfstandige naamwoorden
maak 9,10,11 en 12
Klaar: maak opdracht 14 en 16

Slide 15 - Slide