8.2 Grote getallen - herhaling
1 / 22
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Welke schrijfwijze is correct?
A
230.000
B
230 000
C
230.000,00
D
230,000
Slide 7 - Quiz
Schrijf met alleen cijfers:
250 duizend
250 duizend
A
250,000
B
25.0000
C
250 000
D
250.000,00
Slide 8 - Quiz
Schrijf met alleen cijfers:
2,3 miljoen
2,3 miljoen
A
23 000 000
B
2,3 000 000
C
2 300 000
D
2.300 000
Slide 9 - Quiz
Schrijf met alleen cijfers:
1,9 miljard
1,9 miljard
Grote getallen
A
1,9 000 000 000
B
1,900 000 000
C
1.900.000.000
D
1 900 000 000
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Herschrijf met het woord duizend:
3 500
3 500
A
3,5 duizend
B
3.5 duizend
C
3,500 duizend
D
35 duizend
Slide 12 - Quiz
Herschrijf met het woord miljoen:
3 500 000
3 500 000
Grote getallen
A
0,35 miljoen
B
3,5 miljoen
C
3.5 miljoen
D
350 miljoen
Slide 13 - Quiz
Zet de getallen van klein naar groot:
a. 4.085.679.000 c. 4,1 miljard
b. 4,85 miljoen d. 4.445.119
a. 4.085.679.000 c. 4,1 miljard
b. 4,85 miljoen d. 4.445.119
A
Zet de getallen van klein naar groot:
a. 4.085.679.000 c. 4,1 miljard
b. 4,85 miljoen d. 4.445.119a b c d
B
d abd c
C
d b a c
D
a b d c
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Wat is de grootste eenheid van informatie?
A
PB (petabyte)
B
TB (terabyte)
C
GB (gigabyte)
D
MB (megabyte)
Slide 16 - Quiz
Zet de informatie eenheden in juiste volgorde van groot naar klein.
MB-TB-kB-GB
MB-TB-kB-GB
A
kB-MB-GB-TB
B
TB-MB-GB-kB
C
TB-GB-MB-kB
D
GB-TB-MB-kB
Slide 17 - Quiz
Wat is de eenheid van Informatie
A
App
B
Byte
C
Chrome
D
Data
Slide 18 - Quiz
16Mb = ... kB
A
16 x 1 000 = 16,000 kB
B
16 x 100 = 1 600 kB
C
16 : 1000 = 0,016 kB
D
16 x 1 000 = 16 000 kB
Slide 19 - Quiz
1 600 000 Mb = ... TB
A
1 600 000 x 1000 =
1 600 000 000 TB
B
1 600 000 : 1000 : 1000 = 1,6 TB
C
1 600 000 : 1000 =
1 600 TB
D
1 600 000 : 100 : 100 = 160 TB
