H5 Lezen (les 3, 4 ,5)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek deel B 
  • je schrift en pen.
Les 3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek deel B 
  • je schrift en pen.
Les 3

Slide 1 - Slide

Planning
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg 5.3
  • Werkmoment
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Rondje huiswerk bespreken
 4.3: 12, 13, 14, 15, 16, 17
Maak een samenvatting van de inhoud van tekst 3 of tekst 4
In duo's: dus samen 1 maken.

Maak hierbij gebruik van je antwoorden.

Uitwisselen na 5 minuten => Welke is het meest accuraat?
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 5.3  (p. 98)
  • Je weet wat een beknopte en schematische samenvatting is. Je weet hoe je deze kan schrijven.
  • Je kent de volgende vaste tekststructuren:
  1. verklaringsstructuur
  2. voor- en nadelenstructuur
  3. probleem-oplossingsstructuur
  4. conclusie-argumentatiestructuur 

Slide 4 - Slide

Theorie (soorten samenvattingen)  p.98
Samenvatting = 
zo beknopt mogelijk informatie geven over de inhoud van een tekst.

- Beknopte samenvatting
- Schematische samenvatting

Slide 5 - Slide

Beknopte samenvatting p.98
  • samenvatting hoofdzaken
  • hele zinnen
  • signaal- en verwijswoorden

Slide 6 - Slide

Theorie (beknopte samenvatting) p.98/99
Hoe hoofdzaken vaststellen? Gebruik de structuur (opbouw) als uitgangspunt. Sommige teksten hebben een vaste structuur.
Vaste structuur
  1. verklaringsstructuur => uitleg over oorzaak/gevolg/verklaring van verschijnsel
  2. voor- en nadelen structuur => over een bepaald onderwerp (beoordelen)
  3. probleem-oplossingsstructuur => welke oplossingen zijn mogelijk?
  4. conclusie-argumentatiestructuur => betoog


Slide 7 - Slide

Theorie (beknopte samenvatting)
Vaste structuur nr. 1:
  •  Tekst met verklaringstructuur
Inleiding: Welk verschijnsel wordt behandeld?
Kern: Wat zijn redenen/oorzaken/verklaringen?
Slot: Welke verklaring is het belangrijkst / meest waarschijnlijk?

Slide 8 - Slide

Theorie (beknopte samenvatting)
Vaste structuur nr. 2:
  • Tekst met voor- en nadelenstructuur
Inleiding: Wat wordt beoordeeld?
Kern: Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen?
Slot: Wat is de conclusie?

Slide 9 - Slide

Theorie (beknopte samenvatting)
Vaste structuur nr. 3:
  • Tekst met probleem-oplossingstructuur
- Inleiding: Wat is het probleem?
- Kern: Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen?
- Slot: Welke oplossing(en) noemt de tekst?

Slide 10 - Slide

Theorie (beknopte samenvatting)
Vaste structuur nr. 4:
Conclusie-argumentatiestructuur
- Wat is het standpunt/stelling van de schrijver?
- Wat zijn argumenten voor en wat zijn tegenargumenten?
- Wat is de conclusie?

Slide 11 - Slide

Theorie (beknopte samenvatting)
Geen structuur?
Tekst die geen vaste structuur heeft
- Wat is het onderwerp?
- Wat zijn de deelonderwerpen en wat wordt erover gezegd?

Slide 12 - Slide

Werkmoment
5.3 lezen: 
  • Les 1: 2, 3, 5, 6, 7, 8a

Kijk samen na, zelfde antwoorden? Mooi! 
Anders? Kijk waarom. Discussie? Pak dan antwoordenboek erbij.

Slide 13 - Slide

Afsluiting
  • Volgende les:  leesles en opdrachten afmaken.

Slide 14 - Slide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leesboek;
  • je leerwerkboek deel B;
  • je schrift en pen.
Les 4

Slide 15 - Slide

timer
30:00

Slide 16 - Slide

Herkennen van structuur
- Lees titel, tussenkopjes, inleiding en slot
- Wordt er een verschijnsel (b.v. aardbevingen) behandeld?
- Worden er voor- of nadelen van iets gegeven?
- Staat het woord "oplossing" in de tekst?
- Lees je ergens een duidelijke mening/stelling?

Slide 17 - Slide

Werkmoment
5.3 lezen: 
  • Les deze week: 2, 3, 5, 6, 7, 8a

Nakijken/bespreken.

Slide 18 - Slide

Vooruitblik
Maandag:
  • laatste stuk 5.3 maken
  • doornemen wat leren voor de toets lezen

Rest van de week
  • plan je leerwerk in voor de toets Nederlands
  • Week erna 1 les en daarna toets

Slide 19 - Slide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leesboek;
  • je leerwerkboek deel B;
  • je schrift en pen.
Les 5

Slide 20 - Slide

Startopdracht - voorbeeld
Vraagmaker: Het voltooid deelwoord van gebeuren is:
A: gebeurt
B: gebeurd

Antwoordgever: goede antwoord is B.
De vraag bij A is: De hij-vorm van gebeuren is gebeurt.

Slide 21 - Slide

Startopdracht
  1. Bedenk twee vragen over de leerstof van de toets lezen.
  2. Noteer bij elke vraag twee keuzemogelijkheden. Eentje is goed, de andere fout. 
  3. Zorg dat het foute antwoord wel mogelijk is, maar het antwoord is op een andere vraag.
  4. Ruil met je buur, maar vertel niet wat het goede/foute antwoord is.
  5. Maak de twee vragen van je buur.
  6. Bedenk ook de vraag die volgens jou bij het foute antwoord hoort.
timer
5:00

Slide 22 - Slide

Bespreken van 5.3

opdrachten 2, 3, 5, 6, 7, 8a

startend op pagina 98

Slide 23 - Slide

Schematische samenvatting p.102
  • samenvatting hoofdzaken onderwerp/deelonderwerp
  • steekwoorden/korte zinnen
  • visueel, gebruik => en !

Slide 24 - Slide

Werkmoment
  1. Neem LessonUp door studiewijzer, toets lezen. Vragen?
  2. Maak van 5.3: 10, 11, 12, 13a. Kijk zelf na.
  3. Maak een planning, hoe ga je voorbereiden op de toets?

Slide 25 - Slide

Vooruitblik
Rest van de week
  • plan je leerwerk in voor de toets Nederlands en start

Volgende week
  • Eerste les herhalen / oefenen / vragen stellen
  • Tweede les toets
  • Derde les: leesles => boek uit.

Slide 26 - Slide