This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Startrekenen 1F
Hoofdstuk 2 optellen
Slide 1 - Slide
Doelen Hoofdstuk 2 optellen
Ik kan optellen door gebruik te maken van:
splitsen
rijgen
omkeren
veranderen
schakelen
cijferen
Slide 2 - Slide
Splitsen bij: 226+48=...
Stap 1:
226 splits je in 200, 20 en 6
48 splits je in 40 en 8
Stap 2:
honderdtallen: 200
tientallen: 40+20= 60
eenheden: 8+6=14
Stap 3:
Tel de uitkomsten bij elkaar op.
200+60+14=274
Slide 3 - Slide
Splitsen, nu jij! 424+62= Laat zien hoe jij splitst!
Slide 4 - Open question
Rijgen bij: 226+48=...
Stap 1:
Splits het tweede getal.
48 wordt 40 en 8.
Stap 2:
Tel de tientallen bij het eerste getal op.
226+40=266
Stap 3:
Tel de eenheden bij de uitkomst op.
226+8=274
Slide 5 - Slide
Rijgen, nu jij! 255+23= Laat zien hoe jij rijgt!
Slide 6 - Open question
Omkeren
8+24= ...
Keer de som om: 24+8=32
9+71= ...
Keer de som om: 71+9=80
Slide 7 - Slide
Omkeren, nu jij! 9+32= Laat zien hoe jij omkeert!
Slide 8 - Open question
Veranderen
Je telt bij het ene getal 1 op en je trekt van het andere getal 1 af.
29 + 17 =
30 + 16 = 46
34 + 51 =
35 + 50 = 85
Slide 9 - Slide
Veranderen, nu jij! 31+19= Laat zien hoe jij verandert!
Slide 10 - Open question
schakelen
Als je meerdere getallen bij elkaar optelt, schakel je sommen aan elkaar.
21+3+17=
3+17=20
21+20=41
15+5+37=
15+5=20
20+37=57
Slide 11 - Slide
Schakelen, nu jij! 44+6+27= Laat zien hoe jij schakelt!
Slide 12 - Open question
Cijferend optellen
Slide 13 - Slide
Cijferend optellen
Even oefenen! Maak van blz. 38 opdracht 12.
Tip: Schrijf de getallen met dezelfde waarde onder elkaar. De bovenste rij hokjes laat je leeg. Pas bij het uitrekenen schrijf je de leengetallen hier op.