Spel en activiteiten aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind

Spel en activiteiten
1 / 66
next
Slide 1: Slide
VerzorgingBeroepsopleidingPraktijkonderwijs

This lesson contains 66 slides, with interactive quizzes, text slides and 13 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spel en activiteiten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerplandoelstellingen:
  • Ontwikkelingsperiodes
  • Algemene ontwikkelingskenmerken
  • Samenhang tussen ontwikkelingsgebieden
  • De rol van aanleg, milieu en zelfbepaling in de ontwikkeling
  • Betekenis van spelen voor de ontwikkeling (functies) 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

ONTWIKKELING
Ontwikkeling kan omschreven worden als verandering
Deze veranderingen worden tevens meestal beschouwd als ‘vooruitgang’. Een kind ontwikkelt tot volwassene. 
Ontwikkeling is een proces. Ontwikkeling voltrekt zich in de tijd. De veranderingen die plaatsgrijpen, gebeuren niet van vandaag op morgen. Ontwikkeling verwijst niet naar een momentopname.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling
  • vooruitgang op allerlei gebieden
  • Het kind gaat verfijnder waarnemen 
  • wordt motorisch behendiger. 
  • De woordenschat breidt uit, zinsconstructies worden complexer, het kan abstracter denken,…

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De ontwikkeling wordt onderverdeeld in stadia.
Elke stadium heeft een kortere of langere periode.
Heeft het kind een bepaalde stap onder de knie, dan wordt de fase afgerond en gaat het kind naar een volgende, hogere stadium.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

ONTWIKKELINGS-
PERIODES


  • De zuigeling= 0-18 maanden
  • De peuter = 18 maanden – 4 jaar
  • De kleuter = 4 – 6 jaar

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Algemene ontwikkelingskenmerken:
  • Eigen tempo: elk kind ontwikkelt op eigen tempo
  • Gevoelige periodes: het kind is gevoelig om een bepaalde functie te ontwikkelen (herhalen en oefenen)
  • Innerlijke kracht: onweerstaanbare drang om zelfstandig te worden
  • Vaste volgorde: leren van vaardigheden (eerst zitten, dan kruipen, staan en stappen)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Eigen tempo
  • Elk kind ontwikkelt op zijn eigen tempo
  • Niet enkel de aanleg speelt een rol
  • Elk kind ontwikkelt op eigen unieke wijze
  • Vergelijk de groei en ontwikkeling van een kind niet met een ander kind
  • De grenzen waarin een kind normaal ontwikkelt zijn ruim 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Op welke leeftijd zette jij je eerste stapjes?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Gevoelige periode
  • tijdperken in de ontwikkeling waarin het kind gevoelig is om een bepaalde functie te ontwikkelen
  • het kind herhaalt en oefent
  • gevoelige periodes zijn slechts bepaalde periodes en zijn begrensd
  • het kind kan frustraties ontwikkelen wanneer iets niet lukt en moet meer moeite doen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gevoelige perioden:
  • voor het schrijven (tussen 3 en 4)
  • ontwikkeling zintuigen (2 jaar)
  • waarnemen van heel kleine dingen (tussen 1 en 4)
  • voor de taal (tot 6 jaar) 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Innerlijke kracht
  • innerlijke kracht om zichzelf te ontwikkelen
  • het kind heeft een onweerstaanbare drang om zelfstandig te worden
  • wanneer het kind rijp is om iets nieuws te leren, zal het onbewust, via het spel deze vaardigheid oefenen 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vaste volgorde
  • een vaste volgorde in het leren van verschillende vaardigheden
  • een ontwikkelingstabel toont aan dat je eerst leert zitten, dan kruipen, dan rechtstaan en erna stappen 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling op 5 grote gebieden: 

  1. Lichamelijke ontwikkeling
  2. Motorische ontwikkeling
  3. Spraak -en taalontwikkeling
  4. Cognitieve ontwikkeling
  5. Sociale -en emotionele ontwikkeling 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Motorische ontwikkeling:




  • Grove of grote motoriek
  • Fijne of kleine motoriek
  • Nauw verbonden
  • Bepaalde basis-voorwaarden 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

grove motoriek

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Cognitieve ontwikkeling:
  • proces van leren
  • Geheugen, cognitie en aandachtsfunctie
  • Opslaan van informatie
  • = toepassen van processen bij het waarnemen, herinneren, denken, redeneren en begrijpen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Emotionele ontwikkeling:
  • ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid
  • gevoelens van zichzelf en anderen begrijpen en daarmee leren omgaan
  • ontwikkelen van emoties, zelfbeeld en temperament 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Sociale ontwikkeling:
  • Begrip voor andere mensen
  • ontwikkelen van positief gedrag en vaardigheden ten opzicht van de medemens
  • omgangsregels en relaties tussen mensen 
  • leert gevoelens te begrijpen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Film: Mocking birds don't sing

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Rol van aanleg, milieu en zelfbepaling in de ontwikkeling
Wordt beïnvloed door de natuur of door het milieu
Afhankelijk van 3 factoren:
  1. de aanleg= de erfelijke/natuurlijke aanleg waarmee het kind geboren wordt
  2. het milieu = is de omgeving die invloed kan uitoefenen op de ontwikkeling
  3. de zelfbepaling= de eigen, vrije keuze van de mens

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Rol van aanleg:
Natuur/erfelijke aanleg waarmee het kind geboren wordt.
Erfelijkheidsfactoren bepalen de ontwikkeling. Onze ontwikkeling is voorgeprogrammeerd en komt door rijping van zenuwcellen in de hersenen tot ontplooiing. Dit zit in onze genen verankerd.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Rol van het milieu

De omgeving/milieu waarin het kind opgroeit heeft een actieve invloed op de ontwikkeling. Dit is ook de opvoeding van thuis die men meekrijgt.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Rol van zelfbepaling
  • je kiest zelf en kan 'ja' en 'nee' zeggen
  • je kiest je eigen doelen in het leven = je vrije keuze
  • men gaat zijn eigen weg waardoor je zelf richting geeft aan je ontwikkeling 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De rol van aanleg

De aanlegtheorie zegt dat alles wordt bepaald door aanleg.
Erfelijkheidsfactoren bepalen de ontwikkeling (zenuwcellen komen tot ontplooiing in de hersenen)

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Rol van het milieu
Ontwikkeling wordt bepaald door de omgeving en door de opvoeding.

De omgeving heeft een actieve invloed op de ontwikkeling.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Rol van zelfbepaling

Bij de rollen van aanleg en milieu is er geen inbreng van de persoon zelf.
Bij zelfbepaling heeft de mens de eigen vrije keuze.
Hij kan zelf kiezen en 'ja' en 'nee' zeggen.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Interactiemodel
De drie factoren (aanleg, milieu & zelfbepaling) beïnvloeden elkaar.

Soms heeft 1 bepaalde factor een doorslaggevende invloed.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: eigen mening
Stel je voor dat je een wetenschapper bent.
Je mag ook eigen voorbeelden uit je kindertijd of jeugd gebruiken.
Ga naar Google Classroom en maak hierover een tekst.
Lees de evaluatiecriteria in de cursus! 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Spelen versus ontwikkeling

  • Spelen = belangrijknoodzakelijke activiteit
  • Spelen =een levensbehoefte zoals eten & drinken= een stimulatie van de ontwikkeling
  • Spelen neemt een belangrijke rol in de persoonlijkheids-ontwikkeling  

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Spel     motorische ontwikkeling
  • spieren onder controle krijgen
  • bewegingen worden steeds meer geautomatiseerd
  • leren handen & vingers gebruiken, ook onafhankelijk van elkaar 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Spel     psychische ontwikkeling
  1. Cognitief: kennis uitbreiden, materiaal leren kennen
  2. Taalontwikkeling: ze leren begrippen, praten tegen zichzelf en daarna tegen elkaar. Ze imiteren anderen = nabootsfunctie

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

3. Emotionele ontwikkeling
leren kennen van gevoelens, emotie. Door spel leren verwerken van emoties.
Materialen kunnen een ontladend effect hebben
In een spel kunnen ze indrukken en emoties verwerken

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Sociale functie van het spel
Spelen gebeurt vaak samen met anderen
Het kind leert de wereld spelenderwijs te kennen en zo leert het kind de wereld van de volwassenen te begrijpen.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Spel     sociale ontwikkeling
  • Spelen met andere kinderen samen
  • er ontwikkelt door het spelen een sociaal gevoel
  • ze leren geduldig zijn, speelgoed delen, hun beurt afwachten, ... 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Soorten spelvormen:
  1. Exploratief spelvorm (spelen met water, zand, voelboekje,...)
  2. Bewegingsspel (tikkertje, voetbal, dansen, fietsen, ...)
  3. Fantasiespel/rollenspel (winkeltje, doktertje, toneel, ...)
  4. Constructiespel (kamp bouwen, lego, tekenen, puzzelen, ...)
  5. Samenspel/sociaal spel (gezelschapsspel, verstoppertje, ...)
  6. Receptief spel (luisteren naar verhaaltje, kijken naar anderen die voetballen, genieten van de zon, ...)

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: zet de juiste spelvorm bij juiste afbeelding

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Soorten spel
  1. Imitatiespel
  2. Bewegingsspel
  3. Fantasiespel
  4. Constructiespel
  5. Regelspel

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Imitatiespel
  • Rollenspel: doen alsof en na doen spel
  • Kind speelt dingen na die hij echt heeft gezien
  • Oefenen voor later
  • Vader en moedertje, dokter, brandweer, met popen spelen
  • Veel praten (taalontwikkeling)

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Bewegingsspel
  • Ren spel/tik spel
  • Dansen en springen
  • Glijbaan, klimtoestel, ballenbak, tikkertje
  • Straatspel
  • Balspel
  • Fietsen
  • Behendigheidsspel

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Video

This item has no instructions

Fantasiespel
  • Alles is mogelijk
  • Doen alsof
  • Eigen wereldje
  • Ervaringen uit het leven verwerken
  • Verhalen vertellen/voorlezen/poppenkast

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Slide 50 - Video

This item has no instructions

Constructiespel
  • Bouwen
  • Ruimtelijk inzicht
  • Oog hand coördinatie
  • Samen werken
  • Creativiteit

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Video

This item has no instructions

Regelspel
  • Bordspellen
  • Sporten
  • Leren omgaan met regels, op je beurt wachten, winnen/verliezen, teleurstelling, afspraken maken en samenwerken

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Slide 54 - Video

This item has no instructions

Andere soorten spellen
Denkspel
Woordspel
Concentratiespel
Puzzelspel
Quiz
Muziekspel
Kaartspel
Gezelschapsspel

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Slide 56 - Video

This item has no instructions

Opdracht
  • Maak groepjes van drie
  • Bedenk/zoek bij elk ontwikkelingsgebied spelletjes/speelgoed (minimaal 4)
  • Zet er bij voor welke doelgroep het geschikt is

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Na afloop van de les...
  • Kan je verschillende soorten spel benoemen
  • Ken je de 5 ontwikkelingsgebieden
    en kan je voorbeelden van spel/speelgoed benoemen bij elk ontwikkelingsgebied

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

Welk soort spel spelen deze kinderen?

Slide 59 - Open question

This item has no instructions

Welk soort spel speelt dit kind?

Slide 60 - Open question

This item has no instructions

Een gezelschapsspel is een:
A
exploratief spel
B
constructiespel
C
receptief spel
D
samenspel

Slide 61 - Quiz

This item has no instructions

Zich verkleden in een prinses is een:
A
fantasiespel
B
exploratief spel
C
receptief spel
D
samenspel

Slide 62 - Quiz

This item has no instructions

met lego spelen is een:
A
een receptief spel
B
een constructiespel
C
exploratief spel
D
een bewegingsspel

Slide 63 - Quiz

This item has no instructions

Naar de poppenkast kijken en luisteren is een:
A
fantasiespel
B
exploratief spel
C
receptief spel
D
samenspel

Slide 64 - Quiz

This item has no instructions

touwtje springen is een :
A
exploratief spel
B
bewegingsspel
C
samenspel
D
receptief spel

Slide 65 - Quiz

This item has no instructions

Eindopdracht: babysit

Slide 66 - Slide

This item has no instructions