HA3: Woordenschat H4: pleonasme, tautologie

Woordenschat
Pleonasme en tautologie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat
Pleonasme en tautologie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Pleonasme

Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden.

Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort.

Een pleonasme gebruik je om een eigenschap van iets te benadrukken (grijs beton, witte schimmel, groen gras etc.).


Bijvoorbeeld:

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat (weer weglaten)

Het groene gras staat er weer mooi bij. (dubbelop)


Slide 3 - Slide

Tautologie

Met een tautologie zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren tot dezelfde woordsoort.


Bijvoorbeeld:

Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.

Slide 4 - Slide

Even checken
Geef van de volgende zinnen aan of je een vorm van tautologie of pleonasme herkent

Slide 5 - Slide

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 6 - Quiz

Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 7 - Quiz

Het is een en al leugens en bedrog in die relatie van haar.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 8 - Quiz

Er is een laag verse witte sneeuw gevallen.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 9 - Quiz

De plakkerige kauwgom bleef aan mijn schoenzool kleven.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 10 - Quiz

Bij zo'n operatie is er een kans op mogelijke complicaties.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 11 - Quiz

Die eeneiige tweelingzusjes zijn uiterlijk identiek hetzelfde, maar hun karakter is zeer verschillend.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link