De industriële samenleving

De industriële samenleving
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

Items in this lesson

De industriële samenleving

Slide 1 - Slide

Programma
Huiswerk bespreken (10 min)
Uitleg 4.2 (15 min)
Woon of leefomstandigheid? (10 min)
Aan de slag! (15 min)

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
Huiswerk was: alle opdrachten van 4.1
We bespreken: 9 & 11
Moeten we nog meer bespreken?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders waren.
  • Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschappij is en hoe die verschilde van een standensamenleving.

Slide 4 - Slide

4.2
Gezamenlijk lezen alinea 'Werken en wonen'

Wat voor omstandigheden van arbeiders kan je herkennen?

Slide 5 - Slide

4.2
Omstandigheden nieuwe fabrieksarbeiders*
  • Lage lonen*
  • Lange werkdagen*
  • Vieze lucht in fabrieken*
  • Gevaarlijk werk*
  • Niet kunnen protesteren*
  • Slechte woonomstandigheden (urbanisatie)*

Woon of werkomstandigheid?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Stelling
Wetten en regels moeten de winst van bedrijven die producten maken zo min mogelijk in de weg zitten

Slide 13 - Slide

4.2
Komst van kapitalisme: systeem waarin er winst wordt gemaakt zonder al te veel regels*

Wie worden hier de dupe van?

Slide 14 - Slide

Programma
Bespreken klassenmaatschappij (10 min)
Kruiswoordpuzzel (15 min)
Uitleg 4.2 (15 min)
Aan de slag?

Slide 15 - Slide

Bespreken klassensamenleving
Opdracht
1. Lees alinea 'klassensamenleving'
2. Schrijf de klassen op tijdens de industriële samenleving
3. Schrijf per klasse een aantal kenmerken

(standensamenleving naar een klassenmaatschappij)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Welke klasse is het?
  • Marie is 5 jaar oud en werkt in de fabriek. Dat moet, want haar ouders hebben weinig bezit
  • Jan is 30 jaar oud en geeft onderwijs aan de kinderen van een fabrieksbaas
  • Cato is 25 jaar oud en woont in de buitenwijk van een stad in een mooi huis 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

4.2
Opdracht
1. Lees alinea 'klassensamenleving'
2. Schrijf de klassen op tijdens de industriële samenleving
3. Schrijf per klasse een aantal kenmerken
4. Klaar en tijd over? Maak opdrachten 4.2

(standensamenleving naar een klassenmaatschappij)

Slide 24 - Slide