Paragraaf 4.2: De Industriële samenleving (Bronnen uit de geschiedenis)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Tijdbalk (hw)

Zet de volgende gebeurtenissen en periodes erin:

- Eerste machines en fabrieken in Groot-Brittannië

- Uitvinding eerste stoommachine door Newcomen.

- Huisnijverheid in Groot-Brittannië.

- Verbetering van de stoommachine door Watt.

- Start + einde van industriële revolutie (periode).

- Start + einde van moderne tijd (periode).

Paragraaf 4.2: De Industriële samenleving 

(Bronnen uit de geschiedenis)

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van de   arbeiders waren.
  
• Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschappij is en hoe die verschilde van een standensamenleving.
  
• Je kunt enkele belangrijke uitvindingen noemen die in de 19e eeuw   werden gedaan.
  
• Je kunt uitleggen hoe de wetenschap zich in de 19e eeuw ontwikkelde. 

Urbanisatie?

Urbanisatie

• Arbeiders willen dicht bij de fabriek wonen.
• Rondom fabrieken ontstaan steden = urbanisatie.
• Door de stoomtrein kan voedsel van het platteland komen.

Urbanisatie

 klassen-maatschappij

Door de industrialisatie veranderde de samenleving van een standensamenleving in een klassenmaatschappij.

NIET afkomst was belangrijk, maar werk, inkomen en bezit. 

De klassenmaatschappij 

Slechte woonomstandigheden

Slechte werkomstandigheden

Hoe herinneren we ons het verleden?

Historische bronnen, of het nou teksten, afbeeldingen of films, zorgen dat wij een beeld krijgen over het verleden.

Maar hoe moet je bronvragen beantwoorden?

Stap 1: Kijk naar de bron.👀

Stap 2: Koppel het met de wat je al weet over de 

                stof.🧠

Stap 3: Concludeer en formuleer een antwoord 

                op de vraag.🧾🖊️

Hoe herinneren we ons het verleden?

Welke kritiek heeft Daens (de man die spreekt) op de klassenmaatschappij?

Werkblad

1. Ga naar Som.
2. Naar 'vakken'.
3. Naar 'Geschiedenis'.
4. Ten slotte naar 'Werkblad (Paragraaf 4.2)'

Lees §4.2 en maak de vragen.

Ga aan de slag! (hw)

Maak opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 4.6.

Druk NIET op nakijken. 

Bespreking: 5 minuutjes.