Kapitel 3 online 2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Weißt du es noch? - Staat de ww-vorm in de o.t.t. of in de o.v.t.?

Präsens

(o.t.t.)

Präteritum

(o.v.t.)

ich musste

wir können

du darfst

ihr durftet

er konnte

sie müssen

Modalverben Präteritum - Denken / Delen / Uitwisselen

• Wat gebeurt er met de klinker van een modaal werkwoord in de vt?
• Hoe maak je de uitgangen? 
• Welke vormen krijgen dezelfde uitgang?

OneNote: Kapitel 3 - Erklärung

Ergänze im Präteritum (o.v.t.):
können:
Stella ....... keine Rückfahrtkarte kaufen.

1. konnte
2. könnte
3. konnten
4. kann

Ergänze im Präteritum (o.v.t.):
wollen:
Warum ....... du ins Zentrum fahren?

1. wollte
2. wolltest
3. wölltest
4. willst

Übersetze ins Präteritum (o.v.t.):
wissen:
........ ihr das noch nicht?!

1. Wisstet
2. Wussten
3. Wolltet
4. Wusstet

Ergänze im Präteritum (o.v.t)
müssen:
Max ..... die Tickets im Internet kaufen.

1. musste
2. müsste
3. musstest
4. muss

Ergänze im Präteritum (o.v.t.)
dürfen:
Gestern ..... Nicole alleine zurückfahren.

1. dürfte
2. darf
3. durftest
4. durfte

Weißt du es noch? -
Wat is GEEN kenmerk van de ovt van modale werkwoorden?

1. -st-en-t-en-uitgangen
2. -te, -test, -te, -ten, -tet, -ten
3. geen Umlaut
4. andere stamklinker in de ovt bij álle ww-vormen

Welk antwoord is op jou van toepassing?

1. Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
2. Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
3. Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
4. Ik snap het (en kan het anderen uitleggen