SCC_6BW_T1L2_Bbp berekenen (explore 1-4)

T1L2
Bbp berekenen 
(explore 1-4)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieSecundair onderwijs

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

T1L2
Bbp berekenen 
(explore 1-4)

Slide 1 - Slide

Wat houdt de productiebenadering in?
A
Totaal van belastinginkomsten
B
Particuliere consumptie
C
Waarde van geproduceerde goederen
D
Salarissen van werknemers

Slide 2 - Quiz

Wat geeft het bbp aan?
A
Verhouding van import en export
B
Economische activiteit in een land
C
Niveau van belastingtarieven
D
Bevolkingsgroei van een land

Slide 3 - Quiz

Voor wat staan deze afkortingen 'BBP en BNP'?
A
bbp= bruto binnenlands product bnp= bruto nationaal product
B
bbp= bruto binnenlandse productie bnp= bruto nationale productie
C
bbp= bruto binnenlands product bnp= bruto netto product
D
bbp=bruto buitenlands product bnp=bruto natuur pacht

Slide 4 - Quiz

Hoe kan je het BBP meten?
A
Via de consumptie, bestedingen en productie
B
Via de productie, inkomens, bestedingen
C
Via de inkomens, bestedingen en uitgaven
D
Via de afzet, omzet en netto export

Slide 5 - Quiz

Waarom is het bbp belangrijk voor beleidsmakers?
A
Het geeft inzicht in de consumptiegewoonten van mensen.
B
Het biedt een manier om de omvang van de economie te meten en te sturen.
C
Het toont de schuld van een land aan internationale banken.
D
Het voorspelt toekomstige bevolkingsgroei.

Slide 6 - Quiz

Waaronder categoriseer je de inkomens van zelfstandigen en werkingskosten en huurinkomens van particulieren?
A
Intermediair verbruik
B
Netto-export
C
Bruto gemengd inkomen
D
Bruto -exploitatieoverschot

Slide 7 - Quiz

Een Tesla Model Y kost normaal € 50 000
Tot 2025 kreeg je van de overheid € 5 000 subsidie hierop. Hoeveel bedroeg de marktprijs?
A
€ 50 000
B
€ 5 000
C
€ 45 000
D
€ 55 000

Slide 8 - Quiz

Wat gebeurt er met het bbp als de productie in een land daalt?
A
Het bbp stijgt.
B
Het bbp daalt.
C
Het bbp blijft hetzelfde.
D
Dit heeft geen invloed op het bbp.

Slide 9 - Quiz

Een Tesla Model Y kost normaal € 50 000
Tot 2025 kreeg je van de overheid € 5 000 subsidie hierop. Hoeveel bedroeg de factorkost?
A
€ 50 000
B
€ 5 000
C
€ 45 000
D
€ 55 000

Slide 10 - Quiz