zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord

lidwoord 
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
1 / 44
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

lidwoord 
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 
Aan het einde van de les kan je:
  • lidwoorden herkennen.
  • het zelfstandig naamwoord herkennen.
  • het bijvoeglijk naamwoord herkennen. 

Slide 2 - Slide

Lidwoord

Slide 3 - Slide

Lidwoorden
  1. De (bepaald lidwoord)
  2. Het (bepaald lidwoord)
  3. Een (onbepaald lidwoord)

De vader en het kind zitten in een vliegtuig.



Slide 4 - Slide

Lidwoord

noem een lidwoord:

Slide 5 - Open question

artiest
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 6 - Quiz

band
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 7 - Quiz

drankje
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 8 - Quiz

praktijk
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 9 - Quiz

enthousiast
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 10 - Quiz

effect
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 11 - Quiz

verbetering
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 12 - Quiz

genoeg
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 13 - Quiz

instrument
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 14 - Quiz

herhaling
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 15 - Quiz

ingang
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 16 - Quiz

overig
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 17 - Quiz

zorgvuldig
A
de
B
het
C
geen lidwoord

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Zelfstandig naamwoord
1. Woord voor mensen, dieren en dingen.
2. je kunt er een lidwoord voorzetten
3. je kunt er een verkleinwoord van maken
4. je kunt het in het meervoud / enkelvoud zetten

Slide 20 - Slide

Bedenk een zelfstandig naamwoord

Slide 21 - Open question

Jimmy heeft een rood t-shirt aan.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Jimmy
B
heeft
C
rood
D
t-shirt

Slide 22 - Quiz

Saar draagt een blauwe spijkerbroek.

wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Saar
B
draagt
C
blauwe
D
spijkerbroek

Slide 23 - Quiz

Caithlin heeft mooie oorbellen in.

Wat is het zelfstandig naamwoord
A
heeft
B
mooie
C
oorbellen
D
in

Slide 24 - Quiz

Devaio is een slimme jongen.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Devaio
B
is
C
slimme
D
jongen

Slide 25 - Quiz

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

- vertelt meer over een zelfstandig naamwoord

- staat in de buurt van een zelfstandig naamwoord


- het spannende boek

- een spannend boek

- het boek is spannend

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Het zelfstandig naamwoord

Slide 28 - Slide

De
verkoper
Glimlacht
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord

Slide 29 - Drag question

Bijvoeglijk naamwoord

* Zegt iets over een zelfstandig naamwoord

* Staat vóór een zelfstandig naamwoord

Slide 30 - Slide

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal?
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
voor het zelfstandig naamwoord

Slide 31 - Quiz

aardig
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 32 - Quiz

Noa is een hardwerkende leerling.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Noa
B
is
C
hardwerkende
D
leerling

Slide 33 - Quiz

Zayd is een knappe jongen.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Zayd
B
knappe
C
jongen
D
is

Slide 34 - Quiz

Kautar heeft mooi zwart haar.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Kautar
B
mooi
C
zwart
D
haar

Slide 35 - Quiz

Amir is een grappige jongen.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Amir
B
is
C
een
D
jongen

Slide 36 - Quiz

Siraj heeft rode schoenen aan.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
rode
B
Siraj
C
schoenen
D
aan.

Slide 37 - Quiz

Daan is een lieve jongen.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Daan
B
jongen
C
lieve
D
is

Slide 38 - Quiz

Joey kan prachtige verhalen vertellen.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
Joey
B
prachtige
C
verhalen
D
vertellen

Slide 39 - Quiz

Jerry heeft altijd lekkere dingen mee.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
heeft
B
lekkere
C
dingen
D
mee

Slide 40 - Quiz

Dylan heeft prachtige krullen.

Wat is het zelfstandig naamwoord?
A
krullen
B
prachtige
C
Dylan
D
heeft

Slide 41 - Quiz

Wat ga je doen?
Ga naar: www.beterontleden.nl

Oefenen: lidwoord - zelfstandig naamwoord - bijvoeglijk naamwoord - werkwoord
10 zinnen
Screenshot in classroom

Slide 42 - Slide

screenshot

Slide 43 - Slide

Lesdoelen 
Nu kan je:
  • lidwoorden herkennen.
  • het zelfstandig naamwoord herkennen.
  • het bijvoeglijk naamwoord herkennen. 

Slide 44 - Slide