Waarderen laat je zien door te luisteren en de ander serieus te nemen.
Geringschatten betekent dat je de ander niet als volwaardig ziet, je toont geen respect voor wie die ander is.
Slide 9 - Slide
dimensie 2
Bevoogden <---------------------------> vrijlaten
Bevoogden: je vertelt de ander wat hij moet voelen, kiezen, denken of doen
Vrijlaten: laten zien dat je respecteert wat de ander zelf kiest, voelt, denkt of doet?
Slide 10 - Slide
Oefening: wat hoor je hier van de dimensies?
1.“Het is best koud hier, misschien beter om de deur dicht te doen?”
2.“Koud, hè?” (kijkend naar de deur)
3.“Zou jij de deur aub dicht kunnen doen?”
4.“Ik zou graag willen dat je de deur dicht zou doen.”
5.“Kun jij de deur even dichtdoen?”
6.“Doe die deur even dicht.”
7.“Nou gaat die deur dicht.”
Slide 11 - Slide
Ga staan als je ...
Weleens gaapt tijdens de les
In een gesprek op je telefoon kijkt
Weleens schreeuwt tegen je vriend(in)
Vaak de ander in de rede valt
Veel via gebaren communiceert
Meteen weet of je de ander ‘mag’ of niet
Later je mening over de ander bijstelt (die ander viel toch mee)
Slide 12 - Slide
Even oefenen met betrekkingsniveau herkennen:
Mieke en Bianca delen samen een werkplek. Ze bespreken welke poster ze zullen ophangen.
- Mieke: ‘Ik vind dat we moeten kiezen voor deze. Die is grappig!’
- Bianca: ‘Maar ik vind deze veel rustiger. Ik houd van rustig.’
- Mieke: ‘Ja, maar het is hier altijd al zo rustig. Een leuke poster ophangen kan toch wel?’
- Bianca: ‘Oké hoor, jij je zin.’
Slide 13 - Slide
A. Kijk naar de laatste twee zinnen van de casus. Schrijf op: wat kom je te weten over hoe Bianca en Mieke zichzelf zien in relatie tot de ander?
Slide 14 - Open question
C. Hoe zien ze hun relatie denk je? (relatiedefinitie, gelijkwaardig of ongelijkwaardig)
Slide 15 - Open question
Luister naar de geluidsfragmenten. Op inhoudsniveau is de tekst hetzelfde. Maar wat wordt er gezegd op betrekkingsniveau?
Koppel de juiste letter aan het cijfer!
Is dat zo?
Ik geloof er niets van
Slide 16 - Drag question
Tim en Mieke hebben een discussie. Tim is het zat en zegt tegen Mieke: "ik ga eten". (Inhoudsniveau) Wat zegt Tim hiermee op relationeel niveau?
Slide 17 - Open question
Nog een stapje dieper..
Naast inhoud en betrekkingsniveau, zijn er nog 2 aspecten:
expressief niveau: dat wat de persoon over zichzelf laat zien. Enthousiasme, en betrokkenheid of juist stil zijn en teruggetrokken.
Appelerend niveau: de persoon doet een beroep op de ander. Luister naar me, of zie me!
Slide 18 - Slide
Bekijk onderstaand filmpje en beantwoord daarna de vragen op de volgend slide
Slide 19 - Slide
Vragen: 1.) Waar gaat het gesprek op het filmpje inhoudelijk over? (inhoudelijke aspect) 2.) Wat laat de manier van spreken zien over de relatie? (relationele aspect) 3.) Wat zie je aan de manier waarop de mensen zich presenteren? (expressieve aspect) 4.) Welke ‘verzoeken’ zitten in het gesprek verborgen? (appellerende aspect)
Slide 20 - Open question
Naar de opdracht:
1. Pak deel 1 van de periodeopdracht erbij en werk deze bij!
2. Beschrijf bij punt 3 en 4 wat inhoudsniveau en betrekkingsniveau is.
2. Bedenk vervolgens twee voorbeelden (situaties uit je eigen leven bijv. in gesprek met je moeder/ zus etc).
3. Beschrijf zowel het inhoudsniveau (wat je zei) als het betrekkingsniveau (in welke relatie je tot de ander stond: gelijkwaardig/ boven/ onder de ander).
4. leg uit waarom je voor deze voorbeelden gekozen hebt.
Slide 21 - Slide
Kopieer en plak de uitwerking van dit 2e stukje verslag (aspect 3 en 4) hieronder: