SP1 - Les 4

Spelling
Blz. 108
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Spelling
Blz. 108

Slide 1 - Slide

Vandaag:
- Huiswerk nakijken.
- Theorie: trappen van vergelijking
- Zelf werken: opdrachten maken



Slide 2 - Slide

Nakijken
Blz. 108
Opdracht 1 t/m 5

Slide 3 - Slide

Onderdelen
1. Hoofdletters en leestekens.
2. Verwijswoorden (1).
3. Verwijswoorden (2).
4. Trappen van vergelijking (blz. 134).
5. Verkleinwoorden.
6. Vaste voorzetsels (bij werkwoorden).
7. Meervouden van zn.

Slide 4 - Slide

Theorie (1) - blz. 134
- stellende trap 
- vergrotende trap + -er
- overtreffende trap + -st

Let op:
woord eindigt op -r -> + -der
woord eindigt op -s -> + -t
woord eindigt op -sch -> meest ...
woord eindigt op -st -> meest ....
lief
groot
liever
groter
liefst
grootst
duur
duurder (v)
machteloos
machteloost (o)
praktisch
triest
meest praktisch (o)
meest triest (o)

Slide 5 - Slide

Theorie (2) - blz. 134
Verschil tussen als en dan. Wanneer gebruik je wat?
- als gebruik je na de stellende trap: even oud als 
- dan gebruik je na de vergrotende trap: ouder dan



Tip: herhaal in gedachten de persoonsvorm, dan hoor je of er als of dan komt, bijv.:
Mariet schrijft lang niet zo netjes als ik (schrijf).
Inez zegt dat Jihan harder kan lopen dan zij (kan).
 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Even checken....
lang - .... - langst
hulpeloos - hulpelozer - ....
Mark is even slim .... Anouk
laf - .... - ....
Resa is sneller .... Ivo
goed - .... - ....



Slide 8 - Slide

Aan de slag
Maken 1 t/m 5. 
 Blz.134

Slide 9 - Slide

Wat heb je geleerd?
- stellende trap
- vergrotende trap + -er
- overtreffende trap + -st

woord eindigt op -r -> + -der
woord eindigt op -s -> + -t
woord eindigt op -sch -> meest ...

Wanneer gebruik je 'als' en wanneer gebruik je 'dan'?

Slide 10 - Slide