2VMBO Spelling Meervouden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Meervouden op -en en -s

Je weet hoe je woorden met een meervoud 

op -en of -s moet spellen.

MEERVOUDEN OP -N EN -S

'Lef' is een zelfstandig naamwoord.

Kun je het woord 'lef' in het meervoud zetten?

1. ja, dat wordt 'leffen' .
2. Ja, dat wordt 'lefs'.
3. nee, want het woord 'lef' heeft geen meervoud.
4. nee, ik zou niet weten hoe.

Meervouden

Van heel veel zelfstandige naamwoorden 

kun je een meervoud maken.

tafel - tafels

boek - boeken

Je zet er -s of -en achter en klaar! Maar ja,...........

Wat is het meervoud van 'strook'?

Wat moest je doen om van 'strook' het meervoud te maken?

1. -en erachter zetten
2. -en erachter zetten en een -o weghalen.
3. -s erachter zetten
4. -s erachter zetten en een -o weghalen.

Wat is het meervoud van 'tas'?

Wat moest je doen om van 'tas' het meervoud te maken?

1. -en erachter zetten
2. -sen erachter zetten
3. -s erachter zetten
4. weet ik niet

Niet altijd......

Het is dus niet altijd genoeg om -en of -s achter het woord te zetten. Bij sommige woorden moet je meer doen.

Kies het juiste meervoud van

gitaar

1. gitaaren
2. gitaren
3. gitaars
4. gitars

Kies het juiste meervoud van

auto

1. autos
2. autoos
3. auto's
4. autoën

Kies het juiste meervoud van

baby

1. babys
2. baby's
3. babies
4. babiën

Ik hou van you!

Weet je niet wanneer je 's moet gebruiken?

Denk dan aan de woorden 

Ik hou van you.

Ik hou van you.

Staat er een medeklinker voor? Dan 's.

Staat er een klinker voor? Dan -s.

Maak het meervoud van

alpaca

Maak het meervoud van

mango

Maak het meervoud van

bikini

Maak het meervoud van

cowboy

Wat is het meervoud van
'wortel'?

1. wortels
2. wortelen

Wat is het meervoud van
'gewoonte'?

1. gewoonten
2. gewoontes

Twee

Sommige woorden hebben twee meervoudsvormen.

ziektes - ziekten

methodes - methoden

Geen......

Sommige woorden hebben geen enkelvoud.

notulen, onkosten, hersenen, inkomsten, paperassen

Geen......

Sommige woorden hebben geen meervoudsvorm.

weer, rijst, informatie, aarde, zand, onzin, melk

Opdracht

Maak opdracht 1 tot en met 6 (blz. 226 en 227) in je schrift.