Cursus Argumenteren par. 1 standpunt en argument

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom bij 

Zet je leesboek op tafel

Lesdoelen

• Ik herhaal met behulp van het stappenplan het snel doorzien van het tekstdoel en de tekstsoort.
• Ik kan een standpunt herkennen. 
• Ik kan een impliciet en expliciet standpunt herkennen
• Ik weet het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten.
• Ik weet het verschil tussen een tegenargument en een weerlegging.

Onderwerp, tekstdoel, tekstsoort en standpunt bepalen

0. (eventueel vragen bij de tekst scannen)

1. Lees: titel, inleiding (al. 1 en 2), tussenkopjes, slot (laatste twee alinea's)

2. Bepaal: onderwerp van de tekst, eventuele deelonderwerpen, tekstdoel en tekstsoort.

3. Lees de gehele tekst intensief.

4. Bepaal de hoofdgedachte.

5. Lees de vragen en beantwoord ze 1 voor 1. Lees per vraag een stuk weer nauwkeurig door. 

Doorloop stap 1 en 2 voor tekst 3. 

Impliciete standpunten

Minder goed herkenbaar, meestal via vraag of een vergelijking.

Vraag: Is het echt nodig om weer te presenteren over je gelezen boeken?

Vergelijking: Bij andere vakken hoeven we ook niet zo vaak voor de  klas te staan. 

Expliciete standpunten

Expliciet: duidelijk herkenbaar 

Ik vind het waardeloos om weer voor de klas te moeten staan om te presenteren.

Geweldig om weer met een eigen gekozen groep te mogen presenteren. 

Ik presenteer liever in een groep, omdat ik het fijn vind om te bepalen met wie ik samenwerk. 

Ik presenteer liever in een groep, omdat ik dan minder lang aan het woord ben. 

Tegenargument en weerlegging

Tegenargument: ontkracht een standpunt OF argument, herkenbaar aan tegenstellende signaalwoorden (maar, daarentegen, aan de andere kant)

Weerlegging: ontkrachting van het tegenargument

Leren lenen 

Tekst 2 Examen havo 2018 - 1

• Standpunt Rob Wijnberg: Het sociale leenstelsel is niet sociaal. 

• Argument Wijnberg: Geld lenen zorgt voor een schuld en schulden zijn gevaarlijk (alinea 2). 
• Subargument: Schulden zijn zo gevaarlijk gebleken dat op iedere lening sinds 2009 verplicht een waarschuwing dient te worden afgegeven (alinea 3) 

• Tegenargument: Voorstanders zullen zeggen: de voorwaarden van de lening zijn uiterst coulant (alinea 5)
• Weerlegging: Toch is mijn antwoord daarop: het gaat mij niet om de voorwaarden, maar om het principe dat je je leven begint met een schuld (alinea 5)

Tegenargumenten 

Bedenk een ander tegenargument op het argument van Wijnberg (Schulden zijn gevaarlijk)

Schrijf hem op een post-it.

Weerlegging

• Loop langs de tegenargumenten en schrijf een weerlegging op 1 tegenargument. 
• Schrijf weerlegging op post-it. 
• Plak de post-it op het tegenargument. 

Aan de slag .... huiswerk

• Maak van Cursus 2 Argumenteren, paragraaf 1: maak opdracht 3, 4 en 5 in je werkboek