werkwoordspelling

1 / 16

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

even oefenen

We hebben nu 9 verschillende soorten werkwoorden onderverdeeld.

Nu volgen er wat oefenzinnen.

Als jouw soort werkwoord gebruikt moet worden, ren je zo snel mogelijk naar voren!

Slide 5 - Slide

Het is niet zo raar dat je werkwoorden wel eens (verwarren).

Slide 6 - Slide

Maar het is een kleine moeite om het eens goed te (leren).

Slide 7 - Slide

We (leren) het namelijk best wel snel.

Slide 8 - Slide

Er is ooit een sufferd (zijn) die geroepen heeft: WORDT met DT.

Slide 9 - Slide

Dat (zijn) toen echt heel dom.

Slide 10 - Slide

Er wordt wel gezegd dat je zwemmen niet (verleren). Correct spellen ook niet.

Slide 11 - Slide

Al (spellen) word je steeds beter.

Slide 12 - Slide

Alles wat je moet onthouden, (vinden) je op de SpelSpieker.

Slide 13 - Slide

En na verloop van tijd is dit eens gevreesde en misschien wel (haten) onderdeel van het Nederlands ook voor jou een stukje cake.

Slide 14 - Slide

(Geloven) het of niet!

Slide 15 - Slide

Wij (geloven) eerst ook niet dat we het (kunnen).

Slide 16 - Slide

werkwoordspelling

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

More lessons like this

Werkwoordspelling 1.2

H2 Spelling: -d/-t en stam van een werkwoord

De DT-regel in het Nederlands

Meester de Werkwoordspelling

GYM 3 - Dinsdag 15-6 Nieuwe module Taalacademie

Spelling T2L5: Ik, jij of wij

Meester in Werkwoordspelling

wk 45 M3 Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord