Basisstof 1 Organismen

Thema 7 Ecologie
Basisstof 1 Organismen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 7 Ecologie
Basisstof 1 Organismen

Slide 1 - Slide

Waarom zijn er geen eekhoorns op het strand?

Slide 2 - Open question

Organisatieniveaus van de ecologie
Habitat = leefgebied organisme
Biotoop
alle a-biotische factoren samen in een bepaald gebied

Slide 3 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Wat is een ecosysteem?
A
Alle abiotische factoren samen
B
Alle relaties tussen organismen en hun milieu
C
A en B
D
Een bepaald gebied, waarin de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen

Slide 6 - Quiz

Hoort nestgelegenheid bij biotische factoren of abiotische factoren?
A
biotisch
B
abiotisch
C
beide antwoorden kunnen goed zijn

Slide 7 - Quiz

Alle abiotische factoren bij elkaar noemen we...
A
Biotoop
B
Abiotoop
C
Bioom
D
Ecosysteem

Slide 8 - Quiz

Bodemdeeltjes
In zand kunnen de wortels makkelijker doordringen en wordt zuurstof beter vastgehouden
In klei houdt de bodem beter water vast.
Humus?
Mengsel van organische en anorganische stoffen en micro organismen. 
Compost is ook zoiets

Slide 9 - Slide

Droog

Planten: 
waslaagje, weinig huidmondjes, diepe wortels

Dieren: 
Weinig zweten, concentratie urine

Nat

Planten: 
Veel huidmondjes, grote bladeren

Dieren:
Aanpassingen aan zoet/ zout water

Slide 10 - Slide

Temperatuur

Laag?
Kleine enzymactiviteit

Hoog?
Enzymen gaan kapot

Dieren?

Constante lichaamstemperatuur

Wisselende lichaamstemperatuur

Enzym?
eiwit met een katalytische functie: het kan een chemische reactie in en buiten cellen versnellen zonder daarbij zelf verbruikt te worden.

Slide 11 - Slide

Verspreidings-gebied
Het verspreidingsgebied (areaal) is het daadwerkelijke gebied op de kaart waar de soort voorkomt. Voorbeeld: verspreiding zandhagedis in Nederland.

Habitat = het leefgebied van een soort. De abiotische factoren bepalen of een gebied geschikt is als habitat.

Slide 12 - Slide

Tolerantie
Tolerantie van verschillende soorten vissen voor zuurstofgebrek. Het krijgen van zuurstof is bij deze vissen de beperkende factor (zonder kunnen ze niet leven).

Het tolerantiegebied is het gebied tussen de minimum en maximum waarde van een abiotische factor waarbij een soort kan leven. 
vermogen van een organisme om schommelingen in een abiotische factor te verdragen. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link