5H herh. H7 Soorten en relaties

Herhalen Ecologie
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Herhalen Ecologie

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Herhalen H7 Soorten en relaties
- D-toets H10 maken + nakijken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Sleep de volgende factoren naar het juiste vak.
Biotische factoren
Abiotische factoren
neerslag
predatie
ziekten
bodem
schaduw
concurrentie
samenwerking

Slide 4 - Drag question

Tolerantiecurve
Laat zien binnen welke grenzen van een abiotische factor een soort kan overleven.




x-as: abiotische factor
y-as: overlevingskans / populatiegrootte / aantal individuen

Slide 5 - Slide

Sleep de termen naar de juiste plaats in de tolerantiecurve en benoem de assen
minimum
optimum
maximum
abiotische factor
aantal individuen

Slide 6 - Drag question

Kunnen soorten 3 en 4 in hetzelfde gebied leven?

Slide 7 - Open question

Wie heeft het grootste tolerantiegebied?

Slide 8 - Open question

Biologische definitie van een soort:
Organismen behoren tot dezelfde soort als ze: 

1) Met elkaar kunnen voortplanten
én 
2) Daar vruchtbare nakomelingen uit komen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Populatiegrootte

Slide 12 - Slide

Populatiedichtheid - konijnen?

Slide 13 - Slide

Draagkracht
De draagkracht is de maximale populatiegrootte waarvoor in een gebied voldoende voedsel, schuil- en nestplaatsen zijn. 

Beperkende factoren remmen de populatiegroei waardoor deze onder de draagkracht blijft

Slide 14 - Slide

Plaag
Wanneer de omstandigheden erg gunstig zijn voor een soort groeit een populatie soms ongeremd en overschrijdt de draagkracht van het gebied.

Sprinkhanenplaag in Oost-Afrika

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Voedselrelaties
Herbivoren - planteneters
Carnivoren - vleeseters
Omnivoren - alleseters

Predatie: eten van prooien (door carnivoren en omnivoren).
Predator-prooi relatie

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Dynamisch evenwicht

Slide 19 - Slide

Voedselrelaties
Producenten
Consumenten
Afvaleters
Reducenten

Slide 20 - Slide

Voedselketen
Begint altijd bij een producent (plant/ alg)
Pijlen in de richting van de energie

Slide 21 - Slide

Voedselweb
* Pijlen
* Schakels (elke soort aparte schakel)

Slide 22 - Slide

Symbiose
= langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten

Mutualisme:  +/+
Parasitisme:   +/-
Commensalisme:  +/0  

Slide 23 - Slide

Quiz!

Slide 24 - Slide


A
predator-prooi
B
mutualisme
C
commensalisme
D
parasitisme

Slide 25 - Quiz

Homo sapiens sapiens en
Homo sapiens neanderthalis
zijn twee verschillende soorten.
A
Goed
B
Fout

Slide 26 - Quiz

De levende organismen in een bepaald gebied vormen samen een populatie.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quiz

Bij commensalisme hebben beide soorten voordeel van de samenleving.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Soorten met dezelfde habitat leven in hetzelfde gebied.
A
Goed
B
Fout

Slide 29 - Quiz

Een niche hangt af van abiotische en biotische factoren.
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quiz

Een mens is een voorbeeld van een abiotische factor.
A
Goed
B
Fout

Slide 31 - Quiz

Planten met dezelfde niche zijn elkaars concurrenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quiz

In een voedselketen staat de pijl in de richting van een predator.
A
Goed
B
Fout

Slide 33 - Quiz

Een voedselweb kan met schimmels beginnen.
A
Goed
B
Fout

Slide 34 - Quiz

Een kreeft die gebruik maakt van een leeg slakkenhuis van een wulk is een voorbeeld van commensalisme.
A
Goed
B
Fout

Slide 35 - Quiz

Schimmels zijn altijd parasieten.
A
Goed
B
Fout

Slide 36 - Quiz

Twee hondenrassen hebben dezelfde wetenschappelijke naam.
A
Goed
B
Fout

Slide 37 - Quiz

D-toets H10 Evolutie
Klaar? Nakijken!

Slide 38 - Slide