1.1 Nederland: land in een delta

1.1 Water in Nederland: een delta
 Water
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.1 Water in Nederland: een delta
 Water

Slide 1 - Slide

Wat moet je kennen?
✅ verschil hoog-laag NL
✅ ontstaan en kenmerken laag-NL
✅ rivierengebied: kenmerken landschap
✅ herkennen en benoemen landschap op afbeelding
✅  topografie NL

Slide 2 - Slide

Begrippen
✅ delta
✅ NAP
✅ sedimentatie
✅ oeverwal
✅ riviermonding
✅ winterdijk
✅ zomerdijk
✅ uiterwaard
✅ wiel
✅ komgrond

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Verschil hoog- laag Nederland
NAP = Normaal Amsterdams Peil
—> de gemiddelde hoogte van de         zeespiegel

Je ziet hier duidelijk verschil tussen het hoge en het laaggelegen deel van Nederland.
Overstroom jij als de dijken breken? Waarom wel/niet?

Slide 5 - Slide


Hoe 'hoog' liggen wij in Bladel boven NAP?
A
+30 m NAP
B
+15 m NAP
C
+3,5 m NAP
D
+7 m NAP

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Ontstaan Laag-Nederland + kenmerken
Kaart van Nederland zonder polders/landaanwinning is een gatenkaas...

Op 3 manieren land gewonnen: 
1- door de zee
2- door rivieren
3- door de mens

Slide 8 - Slide

Waar of niet waar: In Laag Nederland vindt vooral erosie plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

  • Duinen onstaan —> achter de duinen ondiep water —>   sedimentatie van zand en klei (= slib)
  • Planten groeien achter de duinen —> moeras —> hierop onstond nieuwe bodemlaag —> veen (dode plantenresten)
1. Land gevormd door de zee

Slide 10 - Slide

Wat is waar over een duinenkust?
A
Meer sedimentatie dan erosie
B
Erosie en sedimentatie zijn in evenwicht.
C
Meer erosie dan sedimentatie

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

2. Land gevormd door rivieren
▪️ Nederland : deltagebied van grote rivieren
     - Rijn
     - Maas
     - Waal
     - IJssel

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Hoe kan een rivier land 'maken'?
  • Rivier stroomt van hoog naar laag —> bv de rivier de Rijn stroomt van de bergen in Zwitserland naar het lage gebied van Nederland. 
  • Zie kaart: 
    stroomgebied van de Rijn

Slide 15 - Slide

Welk begrip is hier afgebeeld?
A
Sedimentatie
B
Delta
C
Strand
D
Polder

Slide 16 - Quiz

Deltagebied van rivieren
▪️ Hoe lager het gebied, hoe langzamer het water stroomt
—> Sedimentatie van zand bij overstroming rivier.
▪️ Zand blijft vlakbij de oever liggen en hoopt zich op
—> oeverwal 
▪️ Verder weg van de rivier stroomt water langzamer —> sedimentatie van kleideeltjes —> komgrond   
▪️ Komgronden liggen dus lager dan de oeverwal 
Zandkorrels zijn groter en zwaarder dan kleideeltjes. Bij sedimentatie zakken zandkorrels daarom als eerste naar de bodem. Kijk maar eens hoeveel verschil er zit tussen zand en klei! 

Slide 17 - Slide

Waarom liggen de komgronden (klei) verder van de rivier dan zandgronden?

Slide 18 - Open question

Kenmerken rivierenlandschap
  • Oeverwal het eerst bewoond door mensen
  • De mens nam meer maatregelen om het water tegen te houden: dijken

Slide 19 - Slide

Een oeverwal is een wat hoger gelegen deel langs de rivier wat uit klei bestaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

soorten dijken
  • winterdijk —> ligt op de oeverwal, hoog
  • zomerdijk —> ligt dichtbij de rivier,   lager

  • tussen winterdijk en de rivier ligt een   gebied dat mag overstromen bij te hoog   water: de uiterwaarden

  • Kijk naar de afbeelding en zie het   verschil!

Slide 21 - Slide

Wat zijn uiterwaarden?
A
Land waar je lekker uit kunt waaien
B
Het land achter de winterdijk
C
Het land tussen de rivier en de zomerdijk
D
Het land tussen de winter- en zomerdijk

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video