Les 10 (Week 2, 7/01 - Periode 2) - m2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vervang met il, elle, ils of elles:

La maison est nouvelle.
..... est nouvelle.

Vervang met il, elle, ils of elles:

Les jardins sont supers.
..... sont supers.

Je

Ils/elles

Vous

Nous

Il/elle/on

Tu

Verbes                -er        (regarder, parler, écouter, danser, jouer)

Wat zijn de uitgangen in de présent?

-e

-ent

-ons

-es

-ez

-e

danser	dansen
Je / J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles

1a. Werkwoorden op -ER. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.

danse

dansent

dansons

danse

danses

dansez

Chapitre 2: deel H

Prends ton ordinateur, chapitre 2, deel H, et maak les exercices 31 en 32.

Ben je klaar? Gebruik jouw tijd om te leren. Volgende les maak je de oefentoets zonder boek.

Heb je nog vragen? Steek je hand op en dan kom ik bij je.

Les devoirs pour mardi 14 janvier

• Apprendre bron A,B,C,D,E,F,G,H p.88-91

PROEFWERK: DONDERDAG 16 JANUARI