07/06/2023 Spelling H5 les 3

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom!

Doe je telefoon in de telefoontas
Leg al je boeken op tafel
Ga rustig op je plaats zitten
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 8 en 10 op bladzijde 139)


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Spelling H5 les 3
Tegenwoordig deelwoord, bijvoeglijk naamwoorden & trappen van vergelijking 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken
- Uitleg fictieopdracht
- Wat weet je nog?
- Werken aan de opdrachten
 
Aan het einde van de les weet je wat een tegenwoordig deelwoord is.
Aan het einde van de les weet je hoe je bijvoeglijk naamwoorden spelt. 
Aan het einde van de les weet je hoe je trappen van vergelijking maakt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bespreken
Opdracht 8 en 10 op bladzijde 139

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Uitleg fictieopdracht 5 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitleg fictieopdracht 5 

Het afgelopen jaar heb je meerdere boeken gelezen. Er zit vast een favoriet van jou tussen. Voor deze opdracht ga je een flyer ontwerpen waarop je jouw favoriete boek aanprijst. Zorg ervoor dat je flyer zo aantrekkelijk wordt dat andere mensen jouw boek willen lezen!

Een goede flyer valt op door beeld- en kleurgebruik en soms door een afwijkende vorm. De illustraties trekken de aandacht, maken de boodschap van de flyer snel duidelijk en/of roepen een bepaalde sfeer op. De tekst is kort, maar krachtig.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Uitleg fictieopdracht 5 
Even wat aandachtspunten op een rij:
  • Je ontwerpt je flyer via https://www.canva.com/nl_nl/.
  • Onder het kopje Bekijk mogelijkheden kun je kiezen voor Flyer (staand).
  • Bedenk wat je over het onderwerp wilt zeggen. Gebruik hiervoor de 5w+h-vragen.
  • Bedenk een passende titel of originele slogan. Bijvoorbeeld: ‘Mij niet bellen, ben aan ’t lezen!’
  • Schrijf je tekst kort en krachtig op, zodat je boodschap in één oogopslag duidelijk is.
  • Zorg voor een aantrekkelijke lay-out.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is een tegenwoordig deelwoord?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van een bijvoeglijk naamwoord als voltooid deelwoord?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Denk een zin met een bijvoeglijk naamwoord als voltooid deelwoord.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de trappen van vergelijking?

Slide 13 - Mind map

de stellende trap
de vergrotende trap
de overtreffende trap 
Bedenk een zin met de stellende trap.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Bedenk een zin met de vergrotende trap

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Uitleg theorie 
Tegenwoordig deelwoord (td), bijvoeglijk naamwoord (bn) & trappen van vergelijking 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Tegenwoordig deelwoord 
Een tegenwoordig deelwoord (td) of onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling nog bezig is.

Je vormt een tegenwoordig deelwoord door een -d achter het infinitief te zetten:
  • De postbode brengt fluitend de post rond.
  • De spelers vertalen mopperend het veld.
  • De kat liep miauwend de kamer binnen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord 
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het voegt een kenmerk toe. 
  • de maaltijd - de gezonde maaltijd 
  • het mes - het scherpe mes 

Je plaatst vaak een -e achter het bijvoeglijk naamwoord, maar niet altijd 
  • niet wanneer een het-woord wordt voorafgegaan door een
  • een gezonde maaltijd - een scherp mes 




Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden schrijf je met -en:
  • de wollen sjaal, het rieten dak 

Werkwoordsvormen als bijvoeglijk naamwoorden:
  • het tegenwoordige deelwoord + -e -> lachende leerlingen, pratende docenten 



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord
De infinitief met te als bijvoeglijk naamwoord:
  • De te spelen wedstrijd, het te vieren feest 

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
  • de gezochte man, de uitgereikte medaille, het bezette pand, de gewonnen wedstrijd 
  • Schrijft het voltooid deelwoord zo kort mogelijk 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Trappen van vergelijking
Dit wordt gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken. 

Er zijn drie trappen:
  • de stellende trap
  • de vergrotende trap
  • de overtreffende trap 


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Trappen van vergelijking
Stellende trap:
  • Geeft aan dat zaken gelijk of gelijkwaardig zijn.
  • Zij is net zo snel als ik 
  • Je gebruikt het woord 'als'

Vergrotende trap:
  • Geeft aan dat zaken niet gelijk of gelijkwaardig zijn.
  • Zij is sneller dan ik 
  • Je gebruik het woord 'dan'

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Trappen van vergelijking
Overtreffende trap:
  • Geeft aan dat de ene zaak alle andere overtreft.
  • Hij is de snelste van de klas 


Stellende trap
Vergrotende trap
Overtreffende trap
hard
+er   harder 
+st(e)   hardst(e)
gezond
+er   gezonder 
+st(e)  gezondst(e)
goed 
beter 
best 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Werken aan de opdracht
Wat? Maak de opdrachten 'Voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord' in Talent Online 
Hoe? Eerste 5 minuten zelfstandig, daarna mag je overleggen 
Tijd? Je hebt tot het einde van de les
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder uit je leesboek of maak ander huiswerk. 


timer
10:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Geen huiswerk 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions