§3.1 Klimaten wereldwijd

§ 3.1: Klimaten wereldwijd

1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§ 3.1: Klimaten wereldwijd

Slide 1 - Slide

Planning

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je weet welke klimaten op aarde voorkomen.

- Je begrijpt welke invloed breedteligging heeft op klimaten.

- Je kunt uitleggen waarom de begroeiing tussen de verschillende klimaten verschillend is.

Slide 3 - Slide

Weer
De omstandigheden in de atmosfeer, bijvoorbeeld: sneeuw, regen, hagel.
Klimaat
De omstandigheden in de atmosfeer gemeten over een periode van 30 jaar.

Slide 4 - Slide

Lage breedte
Lage breedte wil zeggen breedtegraden dichtbij de evenaar.
Hier liggen de volgende klimaten: tropisch regenwoud, savanne, steppe en woestijn.

Hoge breedte zijn breedtegraden dichtbij de polen.
Hier liggen de volgende klimaten: landklimaat, gematigd zeeklimaat, toendraklimaat, poolklimaat en hooggebergte klimaat. 

Slide 5 - Slide

Hoge en lage breedte

Slide 6 - Slide

lage breedte
lage breedte
hoge breedte
hoge breedte

Slide 7 - Drag question

Klimaten op aarde

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Tropisch regenwoud
- Altijd boven de 18 graden
- Veel neerslag (gemiddeld 2000 mm per jaar)
- Ligt bij de evenaar (lage breedte)
- Er zijn geen seizoenen (lente, zomer, herfst, winter)
- Veel vegetatie (plantengroei)


Veel plantengroei, dit komt door de hoeveelheid neerslag die er valt.

Slide 10 - Slide

Savanne klimaat
- Regentijd, droge en natte periode
- Neerslag, minder dan tropisch regenwoud: 1000-1500mm per jaar
- Vegetatie: lage grassen en bomen
- Veel dieren, zoals: zeebra's, olifanten etc.
- Ligt op lage breedte
Veel dieren, omdat het er genoeg geregend en de temperatuur altijd hoog is.

Slide 11 - Slide

Steppeklimaat
- Vegetatie: enkel lage grassen of struikjes, geen bomen!
- Weinig neerslag: 200-500mm per jaar
- Ligt op lage breedte.

Slide 12 - Slide

Woestijnklimaat
- Weinig neerslag, gemiddeld minder dan 200 mm per jaar. Dit komt door de dalende luchtbeweging, waardoor wolken verdampen.

- Ligt op lage breedte.

Verschillende woestijnen, namelijk: een zandwoestijn, zoutwoestijn, rotswoestijn en een grindwoestijn.

Slide 13 - Slide

Klimaten op hoge breedte:
Gematigd zeeklimaat
- Gematigd omdat de zee invloed heeft op de temperatuur, in de zomer niet te warm & in de winter niet te koud.

- Op hoge breedte, bijvoorbeeld in Nederland.

Slide 14 - Slide

Landklimaat
- In de zomer erg warm, in de winter erg koud. Een voorbeeld: dit type klimaat is te vinden in Rusland.

- Ligt op hoge breedte.

Slide 15 - Slide

Toendra klimaat
Deze is enkel aanwezig op het noordelijk halfrond, dus niet op het zuidelijk halfrond!

- Het is hier heel koud, omdat het zo koud is groeien er geen bomen meer.

- Ligt op hoge breedte
Het is hier erg koud, waardoor er geen bomen groeien.

Slide 16 - Slide

Poolklimaat
- Plekken op aarde waar de temperatuur het hele jaar onder nul is.

- Op hoge breedte

Slide 17 - Slide

Hooggebergte klimaat
- Wanneer de temperatuur bijna het hele jaar onder nul is en het gebied boven de 1500 meter ligt.

- Ligt verspreid over de aarde (zie bron 5, in je tekstboek blz. 57)
Voorbeeld
Himalayagebergte

Slide 18 - Slide

Gematigd zeeklimaat
Landklimaat
Toendraklimaat
Poolklimaat

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Opdracht
Maak de opdrachten van §1 in je werkboek of op de iPad.

Slide 21 - Slide