5.5 - Impulsgeleiding

Welkom!
Zit je op je eigen plek?
WC-check? Gaan voor de les begint
Ligt je boek, schrift en pen/potlood op tafel?
Dan kan je kletsen tot de les begint
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Zit je op je eigen plek?
WC-check? Gaan voor de les begint
Ligt je boek, schrift en pen/potlood op tafel?
Dan kan je kletsen tot de les begint

Slide 1 - Slide

Planning
Woensdag - 5.6
Donderdag (2x) - Bespreken toets / 6.1
Vrijdag - Extra uitleg

Slide 2 - Slide

Thema 5 - Regeling



LessonUp klas: rplzz
Online boek: 532446

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Thema 5 - Regeling



LessonUp klas: rplzz
Online boek: 532446

Slide 6 - Slide

Thema 5 - Regeling
5.1 - Homeostase en regelkringen
5.2 - Het hormoonstelsel
5.3 - Het zenuwstelsel
5.4 - Reflexen en het autonome zenuwstelsel
5.5 - Impulsgeleiding
5.6 - Spieren en beweging

Slide 7 - Slide

5.5 - Impulsgeleiding

Bladzijde 44
BiNaS: 88A, D, F, G

Slide 8 - Slide

Doelen van deze paragraaf
Je kunt beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt
Je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt
Je kan beschrijven hoe neurotransmitters bijdragen aan impulsoverdracht

Slide 9 - Slide

- impuls naar hersenen
- verwerking in hersenen
- impuls terug

Slide 10 - Slide

Geen impuls
Lading binnenkant zenuwcel lager dan buiten de cel (- binnen, + buiten) -> ladingsverschil is -70mV
Door actief transport wordt dit gehandhaafd 

Slide 11 - Slide

Impulsgeleiding
Bij impuls -> plaatselijke verandering doorlaatbaarheid membraan (depolarisatie)
Hierdoor wordt het ladingsverschil anders: 
binnenkant +, buitenkant -
Dit is de actiefase
Daarna weer herstel van de potentiaal: 
kort geen impulsgeleiding mogelijk

Slide 12 - Slide

                              Impulsgeleiding

Slide 13 - Slide

Impulsgeleiding
Altijd in 1 richting: waar het membraan 
niet in herstelfase zit
Hierdoor altijd in de goede richting

Slide 14 - Slide

Impulssterkte en -frequentie
Impulssterkte: de grootte van de verandering in elektrische 
lading van het celmembraan 
Is voor alle zenuwcellen gelijk

Impulsfrequentie: aantal impulsen per tijdseenheid
Varieert afhankelijk van de sterkte van de prikkel. 


Slide 15 - Slide

Drempelwaarde
Minimale sterkte prikkel voor een impuls. 
-> prikkeldrempel -50 mV
Drempel niet gehaald --> geen impuls

Slide 16 - Slide

impulssterkte -impulsfrequentie

Slide 17 - Slide

Impulsgeleiding
Ladingsverschil binnen t.o.v. buiten

Slide 18 - Slide

Actiefase = binnenkant membraan wordt + 
Herstelfase = terug naar oorspronkelijke lading (kanalen inactief)


Slide 19 - Slide

Impulsgeleiding
Sprongsgewijze impulsgeleiding

Slide 20 - Slide

Impulsgeleiding
Myelineschedes zorgen voor sprongsgewijze impulsgeleiding.

Alleen op de open stukken
actiepotentiaal.

Slide 21 - Slide

Sprongsgewijze geleiding

Slide 22 - Slide

Neurotransmitter bindt aan receptoren

Slide 23 - Slide

Neurotransmitters en impulsoverdracht
  • Deze receptoren zijn
    ion-kanalen voor Na+ die open gaan, zodra een neurotransmitter eraan bindt.
  • Als de neurotransmitter los laat/afgebroken wordt door enzymen, gaan de ion-kanalen weer dicht

Slide 24 - Slide

Vragen?

Slide 25 - Slide

Aan het werk
5.5 - Opdracht 52 tot en met 63
Klaar? - 5.6 lezen


Doelen van de paragraaf:
Je kunt beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt
Je kunt beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt
Je kan beschrijven hoe neurotransmitters bijdragen aan impulsoverdracht

Slide 26 - Slide