Motorische ontwikkeling

Wat is motorische ontwikkeling?
‘De motorische ontwikkeling bestaat uit de veranderingen in motorisch gedrag die de interactie van het rijpende organisme en zijn omgeving reflecteert.’
(V.G. Payne)

1 / 51
next
Slide 1: Slide
Thema 1Hoger onderwijs

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat is motorische ontwikkeling?
‘De motorische ontwikkeling bestaat uit de veranderingen in motorisch gedrag die de interactie van het rijpende organisme en zijn omgeving reflecteert.’
(V.G. Payne)

Slide 1 - Slide

Olivier
Motorische ontwikkeling

Slide 2 - Slide

Bronvermelding:
https://www.kijkopontwikkeling.nl
Olivier
Belangrijke rol in de ontwikkeling
  • bewegen om te kunnen ontdekken
  • dingen vastpakken en vasthouden om te kunnen onderzoeken
  • dingen betasten en verplaatsen om hun nieuwsgierigheid te prikkelen
Motorische vaardigheden zijn hier noodzakelijk!
Ook nodig voor:
  • de ontwikkeling van spraak
  • het uiten van emoties
Nauw verbonden met andere ontwikkelingsgebieden!

Slide 3 - Slide

Olivier
!
problemen in de motorische ontwikkeling van een kind
=
grote invloed op de gehele ontwikkeling van een kind

Slide 4 - Slide

Olivier
Welke elementen beïnvloeden de motorische ontwikkeling?
A
mate van activiteit doorheen de dag
B
aanleg van het kind
C
aangereikt speelgoed en oefenmateriaal
D
omgeving waarin het kind zich bevindt

Slide 5 - Quiz

Olivier
Combinatie van elementen
  • Genetische aanleg
    (bv. bepaalde talenten)
  • Stimulatie door de omgeving
    - ouders, school, broers, zussen
    - mate van buitenspeelmogelijkheden
    - ...

Slide 6 - Slide

Anneleen
Opdeling in twee groepen
grove of grote motoriek
versus
fijne of kleine motoriek

Slide 7 - Slide

Anneleen
Grove of fijne motoriek?

'LOPEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 8 - Quiz

Anneleen
Grove of fijne motoriek?

'SCHRIJVEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 9 - Quiz

Anneleen
Grove of fijne motoriek?

'VOORWERP OPRAPEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 10 - Quiz

Anneleen
Grove of fijne motoriek?

'ZWEMMEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 11 - Quiz

Anneleen
Grove of fijne motoriek?

'KNIPPEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 12 - Quiz

Anneleen
Grove of fijne motoriek?

'VOETBALLEN'
A
grove/grote motoriek
B
fijne/kleine motoriek

Slide 13 - Quiz

Anneleen
Grove en fijne motoriek
  • Nauw met elkaar verbonden
  • Grove motoriek > fijne motoriek (basisvoorwaarden nodig!)
    bv. evenwicht nodig om te kunnen schrijven

Slide 14 - Slide

Anneleen
Theorieën omtrent mot. ontwikkeling
Verschillende bestaande theorieën proberen:
- om de ontwikkeling in een bepaalde volgorde te plaatsen;
- de ontwikkeling te verklaren.

Ontwikkelingsfasen en motorische mijlpalen geven inzicht in wat het kind kan, MAAR...
elk kind doorloopt de ontwikkeling op een eigen manier

Slide 15 - Slide

Olivier
Motorische mijlpalen
  • 2 tot 13 jaar: ontwikkelen van de fundamentele- of elementaire motorische vaardigheden
    - evenwicht
    - coördinatie
    - oog-handcoördinatie
  • integraal en een cruciaal onderdeel van motorische spel- en sportvaardigheden

Slide 16 - Slide

Olivier
Negen vaardigheidsgebieden
  • stilstaan
  • balanceren in beweging
  • springen-kracht
  • springen-coordinatie
  • klimmen
  • koprol
  • gooien en mikken
  • stuiten
  • vangen

Slide 17 - Slide

Olivier
Leerlingvolgsysteem ‘Bewegen en Spelen’
  • enorme vaardigheidsverschillen tussen kinderen
  • leerkracht met kennis = meer leerkansen voor kinderen
    (zone van naaste ontwikkeling)
  • LVS =  bewegings- en spelontwikkeling van kinderen van 2 t/m 16 jaar observeren en registreren
  • vier onderdelen: motorische vaardigheid, spelinzicht, gedrag in spelsituaties en klein-motorische vaardigheid

Slide 18 - Slide

Olivier

Slide 19 - Slide

Olivier

Slide 20 - Slide

Olivier

Slide 21 - Slide

Olivier
Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"10 seconden op één been staan"
A
6 jaar
B
7 jaar
C
9 jaar
D
11 jaar

Slide 22 - Quiz

Anneleen
Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"fietsen"
A
6 jaar
B
7 jaar
C
9 jaar
D
11 jaar

Slide 23 - Quiz

Anneleen
Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"meer dan 9 meter gooien met een klein voorwerp"
A
6 jaar
B
7 jaar
C
9 jaar
D
11 jaar

Slide 24 - Quiz

Anneleen
Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"dribbelen (stuiten en looppas) met grote bal"
A
7 jaar
B
9 jaar
C
11 jaar
D
13 jaar

Slide 25 - Quiz

Anneleen
Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"tennisballen met één hand vangen"
A
7 jaar
B
9 jaar
C
11 jaar
D
13 jaar

Slide 26 - Quiz

Anneleen
Bij welke leeftijd past de vaardigheid?
"10 seconden op één been staan met ogen dicht"
A
7 jaar
B
9 jaar
C
11 jaar
D
13 jaar

Slide 27 - Quiz

Anneleen
Tekenontwikkeling
“Ik heb er mijn hele leven over gedaan om weer te kunnen tekenen als een kind” – Picasso 

Slide 28 - Slide

Bronvermelding: ‘Kindertekeningen’ van Karin Kloosterboer
Anneleen
De oerdrift
  • Kinderen moéten tekenen (van zichzelf)
  • Ouders zorgen voor aanmoediging
  • ‘Gekras’: bewust denken en tekenen
  • Harmonie tussen het bewegen, de kleuren, de magie van het tekenen, etc.
  • Schilderen met handen, penseel of ander hulpmiddel: leuk!
  • Toch zijn kinderen heel verschillend!

Slide 29 - Slide

Anneleen
Wat zeggen deskundigen?
  • Jarenlang onderzoek door psychologen, pedagogen, ..
    "Een tekening kan iets meer vertellen over het kind zelf."
  • Bewust/onbewust boodschappen en signalen geven
  • Eén opvallende conclusie:
    globaal gezien dezelfde tekenontwikkeling tijdens eerste tien jaar: wat ze tekenen en de manier waarop ze dat doen

Slide 30 - Slide

Anneleen
Het belang van tekenen
  • Kinderen beschouwen tekenen als:
    - iets leuks: het is plezierig en zeer ontspannend
    - communicatiemiddel: een manier om zich te uiten, om een verhaal te vertellen
    - een hulpmiddel: moeilijkheden, verdriet, problemen, afreageren door te tekenen
    - als vorm van spelen: spelenderwijs bewegen, nadenken, plannen, samenwerken, emoties uiten

Slide 31 - Slide

Anneleen
De invloed van de school
  • geprikkeld en gestimuleerd om nieuwe dingen te proberen
  • kennis maken met verschillende materialen en technieken
  • begeleiding krijgen in een poging tot steeds natuurgetrouwer te tekenen
  • excursies naar tentoonstellingen
  • sleutels/handvatten aanreiken

Slide 32 - Slide

Anneleen
Het belang van tekenen
  • Manier van kijken: alle zintuigen gebruiken om alles goed te zien
  • Ontwikkeling van de motoriek: kleine precieze bewegingen, vasthouden van potlood
  • Ontwikkeling van de creativiteit: onuitputtelijke fantasie
  • Tekenen = van nature (net zoals spelen): instinctief

Slide 33 - Slide

Anneleen

Slide 34 - Slide

Olivier
Werking van onze hersenen
  • Linkerkant van de hersenen: lezen, schrijven, woorden herkennen en begrijpen, logisch denken  (rationeel denken)
  • Rechterkant van de hersenen: dingen kunnen voorstellen, ruimtelijk denken (creatief denken)

Nauwe samenwerking tussen beide helften!


Slide 35 - Slide

Olivier
Ontwikkeling in fasen
  • Tussen 1 en 4 jaar: krabbelfase 
  • Tussen 4 en 7 jaar: schematische fase
  • Tussen 7 en 12 jaar: naturalistische, realistische of zichtbare fase

  • Ieder kind ontwikkelt op zijn eigen manier, ook in tekeningen.
  • Tekenen op pauze, nadien weer hoge activiteit.
  • Vrij heen-en-weer tussen verschillende fasen.

Slide 36 - Slide

Olivier
Motoriek
  • Speelt een grote rol in de manier waarop een kind tekent
  • Grotere lichaamsbeheersing: betere motoriek
  • Eerst grove motoriek: zwaaien met armen, ruime bewegingen
    > potlood vasthouden met hele handpalm (vuistgreep)
  • Nadien fijne motoriek: kleinere bewegingen
    > potlood vasthouden tussen duim en wijsvinger (pincetgreep)
  • Manier van vasthouden: dikte, trefzekerheid, kleine details, gerichtheid, preciesheid, druk
  • Moeite met pincetgreep: stetro-schrijfhulpjes

Slide 37 - Slide

Olivier

Slide 38 - Slide

Olivier
Stijlen
  • Ieder kind heeft zijn eigen manieren om iets op papier te zetten
  • Kinderen op school: overnemen van stijlelementen van anderen
  • Invloed van juf of meester is groot!
  • Stijlen verschillen per werelddeel
    bv. twee cirkels (Westen) versus rechthoekig (Oosten)

Slide 39 - Slide

Anneleen
Opdracht
Bekijk de kindertekeningen in een groepje van 4/5 personen, analyseer ze en beschrijf wat je ziet.

Slide 40 - Slide

Anneleen

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Stimuleren
  • Visie 1: ‘Laat kinderen zichzelf ontwikkelen en kom niet tussen.’
  • Visie 2: ‘Kinderen hebben aanmoediging, begeleiding of stimulans nodig.’
  • Meeste volwassenen: artistiek niveau van een 10-jarige
    Logisch, want tekenontwikkeling is daar gestopt
  • Tekenen: geen ‘broodnodige vaardigheid’ in onze maatschappij
  • Voor sommige kinderen echter een uitlaatklep, een uiting van expressie en talent
  • LAAT EEN KIND, KIND ZIJN!

Slide 47 - Slide

Olivier
Welke tip kan je formuleren om kinderen te stimuleren?

Slide 48 - Open question

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

Olivier

Slide 50 - Slide

Olivier
Ontwikkeling is ook… tekenen, kleuren, schilderen, …

Slide 51 - Slide

Olivier