3LW5 Circulatiestelsel 2

6.2+6.3
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AnatomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

6.2+6.3

Slide 1 - Slide

6.2 Bouw + werking hart 
Boezemkamerkleppen

1 In de linkerharthelft ligt de 2-slippige klep (mitralis) tussen boezem en kamer
2 In de rechterharthelft ligt de 3-slippige klep (tricuspidalis) tussen boezem en kamer
2

Slide 2 - Slide

6.2 Bouw + werking hart
Vaatkleppen

3 In de linkerharthelft ligt de aortaklep bij de oorsprong van de aorta
4 In de rechterharthelft ligt de pulmonaalklep bij de oorsprong van de longslagader
4

Slide 3 - Slide

6.2 Bouw + werking hart
De hartwand
Deze is opgebouwd uit...

1 dunne laag dekweefsel (endocard)
  • het zorgt voor een gladde binnenkant
  • ook de kleppen en peesjes zijn omgeven door dekweefsel

Slide 4 - Slide

6.2 Bouw + werking hart
De hartwand
Deze is opgebouwd uit...

2 spierweefsel (myocard)
  • dikste laag van de hartwand
  • bestaat uit verschillende lagen hartspierweefsel
  • de spieren leveren de pompkracht van het hart

Slide 5 - Slide

6.2 Bouw + werking hart
Hartwand  is opgebouwd uit:

2 spierweefsel (myocard)
  • hartspierweefsel: dwarsgestreept en onwillekeurig
  • de spieren trekken snel samen
  • in tussenspierruimte grijpen spiercellen in elkaar over
  • hele boezem of kamer trekt als één geheel samentrekken

Slide 6 - Slide

6.2 Bouw + werking hart
De hartwand
Deze is opgebouwd uit...

2 spierweefsel (myocard)
  • de spierlagen zijn zo opgebouwd dat het hart zich uitwringt bij een hartslag

Slide 7 - Slide

6.2 Bouw + werking hart
De hartwand
Deze is opgebouwd uit...

3a en 3b het hartzakje (pericard)
  • een dubbelwandig vlies met vocht ertussen
  • het hartzakje biedt hart en omgeving bescherming tijdens de hartslag

Slide 8 - Slide

6.3 Hartwerking
  • het hart slaat in rust gemiddeld 70 slagen per minuut
  • elke slag is hierbij hetzelfde: eerst trekken boezems samen, daarna de kamers
  • de hartcyclus bestaat uit een fase van samentrekken (systole) en een fase van ontspanning (diastole)

Slide 9 - Slide

6.3 hartwerking
  • de beide boezems starten met samentrekken (boezemsystole)
  • hierdoor gaan de 2- en 3-slippige klep open en komt bloed in de kamers terecht
  • dit duurt 0,1 seconde

Slide 10 - Slide

6.3 hartwerking
  • de boezems hebben hun werk gedaan en rusten uit (boezemdiastole); de bk-kleppen gaan dicht

Slide 11 - Slide

6.3 hartwerking
  • wanneer beide kamers volgelopen zijn met bloed zullen de kamers zich samentrekken (kamersystole) en de vaatkleppen opengaan
  • dit duurt 0,3 seconde

Slide 12 - Slide

6.3 hartwerking
  • als het bloed in de vaten is geduwd, ontspannen de kamers weer (kamerdiastole), waarna de vaatkleppen sluiten
  • de boezems laten zich passief met bloed vollopen
  • dit duurt 0,4 seconde
  • hierna start de boezemsystole opnieuw

Slide 13 - Slide

6.3 hartwerking
  • in rust pompen de kamers 70 ml bloed
  • het hartminuutvolume (HMV) = slagvolume x hartfrequentie
  • in rust is het HMV bijna 5 liter
  • bij inspanning, koorts of stress is het HMV hoger
  • het brein (hersenstam) stuurt de hartfrequentie aan

Slide 14 - Slide

6.3 prikkelgeleiding
  • hartspierweefsel moet worden geactiveerd om te kunnen samentrekken
  • zenuwen kunnen spieren activeren
  • zowel het brein als het hart zelf bevatten zenuwen die het ritme kunnen aansturen en beïnvloeden

Slide 15 - Slide

6.3 prikkelgeleiding
zenuwuitlopers in de rechterboezem sturen een signaal naar het hartcentrum (brein) als het hart van ritme moet veranderen.

Het hartcentrum (in hersenen) zal op zijn beurt de hartcyclus laten versnellen of vertragen

Slide 16 - Slide

6.3 prikkelgeleiding
Zenuwbanen in het hart: 

1 de sinusknoop ligt in de rechterboezem en geeft een impuls af (zonder toedoen van het brein)
  • hierdoor trekken beide boezems (b) samen

Slide 17 - Slide

6.3 prikkelgeleiding
2 de av-knoop ligt in het bindweefsel, waar ook alle kleppen liggen
  • in de av-knoop wordt de impuls even (0,1 sec) vastgehouden
  • daarna wordt het doorgegeven aan de kamers

Slide 18 - Slide

6.3 prikkelgeleiding
3 de bundel van His krijgt (met vertraging) de impuls door van de av-knoop en verdeelt deze over beide harthelften

4 de bundeltakken brengen de impuls naar de kleinste zenuwuiteinden

Slide 19 - Slide

6.3 prikkelgeleiding
5 de purkinjevezels zijn de kleinste zenuwvezels die aangesloten zijn op de hartspieren

Hierdoor kan het hart als één geheel een slag maken; de hartslag

Slide 20 - Slide

6.3 prikkelgeleiding
Een ECG (elektrocardiogram) is de elektrische weergave van het hart in werking (biosignalering)

Op het ECG is te zien...
  • de hartfrequentie
  • de prikkelgeleiding van het hart
  • onderdelen van de hartcyclus

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide