1TH Bez. VNW

WOORDBENOEMING
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WOORDBENOEMING

Slide 1 - Slide

VANDAAG
- Bezittelijk voornaamwoord
- Alles herhalen (Quiz!)


Slide 2 - Slide

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
Geeft een bezit aan, dus van wie iets is. 
Staat altijd vóór het woord waar het bij hoort.

- mijn boek
- jouw tas
- hun huis

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

'Mijn' is een bezittelijk voornaamwoord in de volgende zin:


Mijn docent geeft een les over argumentatie.
JA
NEE

Slide 5 - Poll

'Mij' is een bezittelijk voornaamwoord in de volgende zin:

'Die fles is van mij'
JA
NEE

Slide 6 - Poll

ALLE WOORDSOORTEN

Slide 7 - Slide

Wat zijn de bijvoeglijk naamwoorden uit onderstaande zin?

Het kleine meisje is verdrietig, omdat haar stomme broertje haar sloeg.

Slide 8 - Open question

Welke woordsoorten hebben de woorden tussen haakjes?

(Sophia) gaat al (eeuwen) niet meer met zijn (oma) naar (Plopsaland).

Slide 9 - Open question

Hoe noem je de woordsoorten die tussen haakjes staan?

(Hij) praat altijd tegen (haar).

Slide 10 - Open question

Wat voor woordsoort is 'jullie' in de volgende zin?

Jullie dromen vast van een heerlijke, lange zomer.
A
zelfstandig naamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
voorzetsel

Slide 11 - Quiz

Wat voor woordsoort is 'dromen' in de volgende zin?

Jullie dromen vast van een heerlijke, lange zomer.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord

Slide 12 - Quiz

Wat voor woordsoort is 'heerlijke' in de volgende zin?

Jullie dromen vast van een heerlijke, lange zomer.
A
zelfstandig naamwoord
B
voorzetsel
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hoofdtelwoord

Slide 13 - Quiz

Wat voor woordsoort is 'een' in de volgende zin?

Jullie dromen vast van een heerlijke, lange zomer.
A
bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
hoofdtelwoord
D
rangtelwoord

Slide 14 - Quiz

Wat voor woordsoort is 'lange' in de volgende zin?

Jullie dromen vast van een heerlijke, lange zomer.
A
zelfstandig naamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz

Wat voor woordsoort is 'zomer' in de volgende zin?

Jullie dromen vast van een heerlijke, lange zomer.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
bepaald lidwoord

Slide 16 - Quiz