This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Agogisch handelen: wat?
Slide 1 - Slide
Drie voorbeelden van agogisch handelen
1. Anouk (19) is net bevallen van haar eerste kindje. Ze doet het heel erg goed met haar kindje maar ze is wat onzeker en heeft heel wat vragen. Ze komt bij jou terecht. Je luistert, biedt info, ...
2. Paul (65) is een vrolijke man, doet niet aan sport, drinkt elke dag een flesje wijn bij het eten, .... Je spoort hem aan om toch wat te wandelen, minder te drinken,...
3. Bert (35) heeft een verslavingsproblematiek waardoor hij zijn 'leven niet meer op orde heeft'. Jij helpt hem 1 dag in de week bij het huishouden, orde te creëren in zijn achterstallige administratie, mealprepping, ... Je hoopt dat hij na verloop van tijd dit opnieuw steeds meer zelfstandig zal kunnen.
Slide 2 - Slide
In de drie voorbeelden wordt agogisch gehandeld. Formuleer zelf een definitie (per 2)
Slide 3 - Open question
Agogisch handelen =
de leer om het doen van mensen te veranderen in een gewenste richting.
Slide 4 - Slide
Er zijn 3 mogelijk situaties waarin je agogisch zal handelen.
--> Plaats op de volgende slide de begrippen bij de juiste situatie.
Slide 5 - Slide
Positieve situatie
Risicovolle situatie
Problematische situatie
curatief werken
preventief werken
sensibiliseren, vorming geven
behouden of verbeteren
genezend werken
Slide 6 - Drag question
In de voorbeelden zijn de 3 soorten situaties waarin je agogisch handelt. Welke situatie herken je in welk voorbeeld? + Hoe zal je handelen? (per 2)
Slide 7 - Open question
Situaties agogisch handelen
- positief --> behoudend/versterkend werken
- risicovol --> preventief werken
- problematisch --> curatief werken
Slide 8 - Slide
de vier S'en van agogisch handelen
- positief --> behoudend/versterkend werken
- risicovol --> preventief werken
- problematisch --> curatief werken
Uitgangspunt agogisch handelen: 4 S'en
- Samenwerken
- Stimuleren
- Steunen
- Sturen
Slide 9 - Slide
Anouk (19) is net bevallen van haar eerste kindje. Ze doet het heel erg goed met haar kindje maar ze is wat onzeker en heeft heel wat vragen. Ze komt bij jou terecht. Je luistert, biedt info, ...
Welke S komt hier het meest aan bod?
A
samenwerken
B
stimuleren
C
steunen
D
sturen
Slide 10 - Quiz
Paul (65) is een vrolijke man, doet niet aan sport, drinkt elke dag een flesje wijn bij het eten, .... Je spoort hem aan om toch wat te wandelen, minder te drinken,...
Welke S komt hier het meest aan bod?
A
samenwerken
B
stimuleren
C
steunen
D
sturen
Slide 11 - Quiz
Bert (35) heeft een verslavingsproblematiek waardoor hij zijn 'leven niet meer op orde heeft'. Jij helpt hem 1 dag in de week bij het huishouden, orde te creëren in zijn achterstallige administratie, mealprepping, ... Je hoopt dat hij na verloop van tijd dit opnieuw steeds meer zelfstandig zal kunnen.