3.2 Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?

Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In deze les...
- Marktaanbod
- Vraag en aanbod

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat kun/ken je na deze les?
- Je kan zelfstandig een aanbodlijn berekenen.
- Je kan zelfstandig een aanbodlijn tekenen.
- Je kan de marktevenwicht tussen vraag en aanbod berekenen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aanbod
De hoeveelheid die alle producenten samen van een product willen verkopen

Aanbod wordt weergegeven op een aanbodlijn


Slide 4 - Slide

De leerling moet kijken vanuit het oogpunt van de producent om dit echt te snappen.
De aanbodlijn stijgt want...
Elke keer als een producent een product maakt, zullen de totale kosten voor de producent stijgen. Hierom zal de producent tegen een hogere prijs het product moeten aanbieden op de markt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waarom begint een
aanbodlijn nooit bij €0,-?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Aanbodfunctie
Qa = 0,3p - 24

"0,3p" is de variabele die de verandering in de lijn aangeeft
"- 24" laat zien dat producenten NOOIT bereidt zijn om voor onder een bepaalde prijs het product aan te bieden.


Slide 7 - Slide

0,3p moet eerst gelijk zijn aan 25  (25-25 = 0) om daadwerken zonder kosten het product te kunnen aanbieden Qa
Hoe teken je een aanbodlijn?
1. Bereken eerst de aangeboden hoeveelheid 
bij Qa = 0
0 = 0,3p - 24
-0,3p = -24
p = € 80,-
2. Bereken een prijs die hoger ligt dan 
bij Qa = 0
p = € 100 ,-
Qa = 0,3 x 100 - 24
Qa = 6

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vraag 19.a

Qa = 0,8p - 40

Bereken P bij Qa = 0.

Slide 9 - Open question

Na de som. Waarom zal de producent nooit het product aanbieden tegen 40 euro?
Nu weten we P = 50 bij Qa = 0

Bereken Qa bij P = 100.

Qa = 0,8p - 40

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Teken een aanbodlijn
24a. Qa = 0,8p - 40

Wat is P bij Qa = 0?

Welke prijs kunnen we gebruiken?

(Qa = ?)


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

verschuiving van de aanbodlijn
Dit kan gebeuren door:
- Verandering in de kosten
- Technologie verbetert

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Marktevenwicht
Het punt waar vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn bij een bepaald product (Qv = Qa)



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Berekening
Voor een markt van een product gelden de volgende vergelijkingen
Qv = - 2,4p + 1200 en Qa = 4p - 400

Qv = Qa
- 2,4p +1200 = 4p - 400
1200 = 6,4p - 400
1600 = 6,4p
P = 250

Evenwichtsprijs = €250

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Berekening
Nu we de evenwichtsprijs weten ( €250) gaan we de evenwichtshoeveelheid bereken

Qv = - 2,4p + 1200 en Qa = 4p - 400

-2,4 x 250 + 1200 = 600

Evenwichtshoeveelheid = 600

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

23)
Qv= -1p + 10 en Qa= 4p - 20

Wat is de P bij evenwicht?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

23) nu weten we dat de evenwichtsprijs €6,- is.

Wat is de evenwichtshoeveelheid (Qv/Qa)?

Qv= -1p + 10 en Qa= 4p - 20

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Aanbodoverschot
Vraagoverschot

Slide 20 - Slide

Uien overschot (aanbodoverschot)

https://www.rtlnieuws.nl/editienl/artikel/5254455/boer-uit-zeeland-bedenkt-actie-om-uien-te-verkopen

Playstation tekort (vraagoverschot)

https://www.manners.nl/playstation-5-kopen-bcc-ps5-loting/




Een aanbodlijn ...
A
Stijgt; meer kosten per product.
B
Daalt; meer kosten per product.
C
Stijgt; minder kosten per product.
D
Daalt; minder kosten per product.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een verschuiving VAN de aanbodlijn komt NIET door:
A
De verandering van prijs
B
hogere arbeidskosten
C
Lager grondstofkosten
D
Verbeterde technologie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Prijselasticiteit van de vraag
Deze geeft aan in welke mate de gevraagde hoeveelheid  verandert als de prijs verandert.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Formule
Verandering van de vraag in procenten
_______________________________________
Verandering van de prijs in procenten 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend dit:
* Ligt de waarde onder de -1: de gevraagde hoeveelheid reageert sterk op een prijsverandering 
Luxe producten
* De waarde ligt tussen de 0 en -1: De gevraagde hoeveelheid reageert zwak op een prijsverandering
* De waarde is 0: de gevraagde hoeveelheid reageert niet op een prijsverandering (basisproducten)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opgave 26: Bij een prijs van €200 is de vraag 35 stuks. Bij een prijsdaling wordt de vraag 55 stuks.
Bereken de prijselasticiteit

Slide 26 - Open question

This item has no instructions