1th Taalverzorging spelling H4 les 1
In welke zinnen staat, naast de persoonsvorm, nog een werkwoord?
A: We hebben een nieuwe poes.
B: De buren hebben onze oude kat geadopteerd.
C: Wij wilden hem niet meer hebben.
D: Hij zal het bij de buren wel beter hebben dan bij ons.
A: We hebben een nieuwe poes.
B: De buren hebben onze oude kat geadopteerd.
C: Wij wilden hem niet meer hebben.
D: Hij zal het bij de buren wel beter hebben dan bij ons.
timer
0:30
A
A
B
B
C
C
D
D
1 / 29
Items in this lesson
In welke zinnen staat, naast de persoonsvorm, nog een werkwoord?
A: We hebben een nieuwe poes.
B: De buren hebben onze oude kat geadopteerd.
C: Wij wilden hem niet meer hebben.
D: Hij zal het bij de buren wel beter hebben dan bij ons.
A: We hebben een nieuwe poes.
B: De buren hebben onze oude kat geadopteerd.
C: Wij wilden hem niet meer hebben.
D: Hij zal het bij de buren wel beter hebben dan bij ons.
timer
0:30
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 1 - Quiz
In welke zin is dat andere werkwoord niet het hele werkwoord?
A: We hebben een nieuwe poes.
B: De buren hebben onze oude kat geadopteerd.
C: Wij wilden hem niet meer hebben.
D: Hij zal het bij de buren wel beter hebben dan bij ons.
A: We hebben een nieuwe poes.
B: De buren hebben onze oude kat geadopteerd.
C: Wij wilden hem niet meer hebben.
D: Hij zal het bij de buren wel beter hebben dan bij ons.
timer
0:30
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Wat is het voltooid deelwoord van 'maken'
timer
0:30
Slide 8 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van 'blijven'
timer
0:30
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Waar eindigt het voltooid deelwoord van het werkwoord 'stelen' op?
timer
0:30
A
-en
B
-d
C
-t
Slide 13 - Quiz
Waar eindigt het voltooid deelwoord van het werkwoord 'schrobben' op?
timer
0:30
A
-en
B
-d
C
-t
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Waar eindigt het voltooid deelwoord van het werkwoord 'vergroten' op?
timer
0:30
A
-en
B
-d
C
-t
Slide 17 - Quiz
Een -d of een -t?
De wereld is verander... door het internet.
De wereld is verander... door het internet.
timer
0:20
A
-t
B
-d
Slide 18 - Quiz
is 'veranderd' pv of vd?
De wereld is veranderd door het internet.
De wereld is veranderd door het internet.
timer
0:20
A
pv
B
vd
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Herschrijf de zin. Maak van de persoonsvorm een voltooid deelwoord
Ik slaap.
Ik slaap.
timer
1:00
Slide 22 - Open question
Herschrijf de zin. Maak van de persoonsvorm een voltooid deelwoord
Ik koop een taart.
Ik koop een taart.
timer
1:00
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
welk voltooid deelwoord is juist gespeld?
Hij heeft le baguette ...
Hij heeft le baguette ...
A
opgegeeten
B
verkochd
C
weggegooid
D
besmeert
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Dit weet ik over het voltooid deelwoord
