zuivel

Waar denk je aan bij zuivel?

1 / 13

Slide 1: Mind map

KokMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Waar denk je aan bij zuivel?

Slide 1 - Mind map

Lesdoelen

De student kan de verschillende zuivelproducten benoemen.

De student kan weet wat standaardiseren is

De student kan 2 vormen van langer houdbaar maken noemen.

De student kan aangeven waar zuivel voor wordt gebruikt in de keuken.

De student weet waar de 48+ en 30+ voor staat

Slide 2 - Slide

Opdracht

Noem 4 dieren waarvan wij mensen de melk drinken.
Waar staan de letters UHT voor op houdbare melk?
Zoek op: wat is het standaardiseren van melk?
Wat is het homogeniseren van melk?
Wat is analoge kaas?
Waarom kookt melk zo snel over?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Noem 6 melkproducten die je in de keuken van stage hebt gebruikt

Slide 8 - Mind map

Even tussendoor

Wat is het verschil tussen zure room en crème fraiche

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Langer houdbaar maken

Slide 11 - Slide

Langer houdbaar maken

Slide 12 - Slide

Groepsopdracht

Jullie gaan in 4-tallen het volgende uitwerken.

- Hoeveel gram vet zit er per 100 gram in:

30+ kaas (jong- belegen- oud)

48+ kaas (Goudse jong en Goudse oud)

- Hoe wordt kaas gemaakt?

- Waar wordt stremsel van gemaakt

- Hoeveel procent vet zit er in Slagroom

- Hoe maken we melkpoeder

Slide 13 - Slide